De overheid jaagt de particulieren op steeds hogere kosten
Geplaatst op 12 augustus 2019
Lonen maken een inhaalslag kopt de Telegraaf in een ietwat naïef artikel. Het blijkt dat de gangmaker bij die loonsverhoging vooral de overheid is. De particuliere sector volgt schoorvoetend. Op het eerste gezicht lijkt dat heel sociaal van de overheid om haar lonen flink te verhogen. Nader beschouwd is het dat echter helemaal niet. Dit soort maatregelen draagt alleen maar bij aan de steeds wurgender belastinggreep waarin het Nederlandse volk beklemd zit. De overheid zou moeten verkleinen, maar doet dat niet. Ik zal het uitleggen, maar het is geen gemakkelijke materie. Gaat u er eens goed voor zitten.
Rutte riep het bedrijfsleven op de lonen te verhogen
Het was twee maanden geleden dat Rutte het bedrijfsleven opriep de lonen eens flink te verhogen. Dat leek een heel sociaal gebaar, maar in Nederland is het praktisch niet meer mogelijk de lonen te verhogen omdat de verhoging praktisch geheel en
direct in de zakken van de overheid verdwijnt. Wil een ondernemer een werknemer een loonsverhoging geven, dan wordt € 100,- bruto uiteindelijk € 30,- netto. Het bedrijf moet daarbij nog € 30,- extra belasting en sociale premies aan Rutte overmaken zodat het bedrijf € 130,- kwijt is en daarvan maar € 30,- betaalt aan de werknemer en € 100,- over moet maken aan de overheid. In procenten: ongeveer 25% van de loonsverhoging gaat naar de werknemer en ongeveer 75% gaat naar de overheid. Dat is een buitenproportionele last, temeer daar veel werknemers niet in de gaten hebben dat dit op deze manier gaat. Een loonsverhoging lijkt dan meer een zwaktebod van de werkgever dan dat de werknemer het ziet als een blijk van waardering, want hij schiet er nauwelijks wat mee op. De oproep van Rutte kwam hem dan ook op veel kritiek te staan, want het wordt zoetjesaan toch moeilijker de werknemers voortdurend voor de gek te houden.
De overheid betaalt de belasting aan zichzelf
Bij de overheid is het bruto-netto-verhaal in eerste instantie precies hetzelfde als in de particuliere sector. Ook daar levert een bruto-loonsverhoging van € 100,- netto € 30,- op voor de werknemer en kost het de werkgever (in dit geval is dat de overheid) in totaal € 130,-
Maar dan komt het grote verschil! Het bedrag van € 100,- belastingen en heffingen wordt aan de overheid zelf overgemaakt! Broekzak/vestzak. Een bruto loonsverhoging kost de overheid dus véél minder dan de helft van wat het bedrijfsleven moet betalen bij een zelfde loonsverhoging, omdat ze de belastingen en heffingen meteen weer in de zak kan steken.
Nog even naar ons voorbeeld: € 30,- netto verhoging in de particuliere sector kost de werkgever € 130,- en hij moet € 100,- afdragen aan de overheid. Bij de overheid is dat ook zo, maar die krijgt die € 100,- meteen weer terug omdat ze die aan zichzelf overmaken (er is hier natuurlijk een discussie te voeren over de precieze bedragen en procentjes en punten en komma’s, maar het gaat hier over de grote lijn). Deze gang van zaken is een schoolvoorbeeld van oneerlijke concurrentie en hierdoor kan de overheid de arbeidsmarkt volledig ontwrichten. En doet dat ook al jaren. Daarover straks meer.
De overheid als gangmaker bij de loonsverhogingen
Nadat de oproep van Rutte hem op veel kritiek kwam te staan, wilde hij zijn sociale gezicht laten zien en heeft hij afgelopen maand juli zijn ambtenaren/onderdanen opdracht gegeven eens flink met de geldbuidel te rammelen en te zorgen voor flinke loonsverhogingen bij de overheid. Dat was niet tegen dovemansoren. Leuke baan om als ambtenaar te onderhandelen over je eigen loonsverhoging. Niet zonder resultaat dus, want álle lonen bij de overheid zijn de laatste maand flink gestegen. Het bedrijfsleven volgt die trend, juicht de Telegraaf-journalist. Er komt zo’n drie procent bruto bij. Maar het is vooral Rutte die lacht, want hij is de kampioen volksuitkleder. De overheid is namelijk zélf de grote verdiener van deze actie! Laten we even uitrekenen waarom.
Het looninkomen, dat wil zeggen álle lonen in Nederland bij elkaar, bedraagt zo’n 500 miljard euro per jaar. De overheid heeft zichzelf inmiddels opgeblazen tot meer dan de helft van de economie, dus de overheidssalarissen zijn inmiddels bruto 250 miljard en die in de private sector ook.
Rutte rammelt met de geldbuidel en geeft zijn ambtenaren 3% bruto er bij, dat is ongeveer 8 miljard per jaar. Uit het eerdere rekenvoorbeeld volgt dat van die 8 miljard ongeveer 25% = 2 miljard bij de werknemers terecht komt als nettoloon, de overige 75% = 6 miljard wordt weer naar de overheid-dat-zijn-ze-zelf overgemaakt. De loonsverhoging kost de overheid uiteindelijk 2 miljard.
Maar dan komt de aap uit de mouw: Door deze loonsverhoging kan het particuliere bedrijfsleven niet achter blijven en ook zij geeft 3% bruto loonsverhoging , dus ook 8 miljard. Ook daarvan wordt 25% = 2 miljard als nettoloon aan de werknemers overgemaakt, de overige 75% = 6 miljard wordt naar de overheid overgemaakt en die zijn ze kwijt.
Wat zien we dus per saldo? Doordat de overheid de lonen omhoog dwingt met een soort sociaal praatje erbij stijgen de kosten voor de particuliere sector met 8 miljard en die van de overheid zélf maar met 2 miljard. En omdat het bedrijfsleven de hele pot van 6 miljard af moet dragen aan de overheid verdient deze er nog vele miljarden extra op. De héle loonsverhoging kost de overheid helemaal niets, alles wordt betaald door de particulieren. Per saldo levert het miljarden extra overheidsinkomsten op ten koste van het particuliere bedrijfsleven. Het bedrijfsleven moet die kosten ook weer doorberekenen en dat gaat ten koste van de concurrentiepositie. Of ze moeten het bedrijf sluiten. Of de werknemers nóg harder laten werken. Het enige resultaat is een overheid die zichzelf nog weer groter maakt ten koste van de werkenden en ten koste van de maatschappij. De enige oplossing zou een kleinere overheid zijn, maar daar hoef je niet mee aan te komen bij de heren en dames politici.
De overheid levert steeds meer producten waar niemand om gevraagd heeft
De overheid levert producten welke doorgaans geen prijs hebben en die steeds meer voortkomen uit linkse hobby’s. De burger wordt niet meer gevraagd of hij die producten wil hebben, maar krijgt ze opgedrongen en is verplicht ze te betalen of hij wil of niet. In een evenwichtige economie is de bevolking ook wel bereid te betalen voor overheidsdiensten als ze bijdragen aan de maatschappij. Dat zijn de kerntaken. Globaal is dat: algemeen bestuur, politie, onderwijs, leger en gezondheidszorg. De geschiedenis leert dat de kosten van zo’n overheid ongeveer 30% van het Nationaal Inkomen bedragen. Helaas neemt de overheid tegenwoordig al ruim 60% van het Nationaal Inkomen in beslag. Dat is dus het dubbele van wat redelijkerwijze noodzakelijk is. En cynisch genoeg is de aandacht voor de diensten die er toe doen enorm afgenomen. Op vrijwel álle punten van nuttige en noodzakelijke overheidsdiensten laat diezelfde overheid het vreselijk afweten: politie, leger, gezondheidszorg, openbaar bestuur en onderwijs. Op ál die posten is enorm en op een domme manier bezuinigd.
In plaats van de kerntaken wordt het geld vooral besteed aan een verstikkende bureaucratie en allerlei vage taken en regelgeving ,dubieuze opdrachten of gulle uitkeringen. Duizenden ambtenaren zijn bezig met beleid, beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering, beleidshandhaving en politiek correct geneuzel, eigenlijk niets dus. Ze maken dikke rapporten die tegenwoordig digitaal opgeslagen worden, zodat ze nooit meer iemand in de weg liggen. En gemakkelijk weer uitgeveegd kunnen worden. In gloednieuwe dure gebouwen zitten ze achter pasjessystemen belangrijk te wezen en niemand weet wat ze doen en of het nuttig is. Dat ze aangestuurd worden door politiek correcte beroepswereldverbeteraars doet echter het ergste vermoeden over het nut van hun werkzaamheden.
Het verschil tussen overheid en bedrijfsleven
Het belangrijkste verschil tussen overheid en bedrijfsleven is dat het bedrijfsleven constant alert moet zijn producten of diensten te maken die iemand wil kopen, want anders houdt het bedrijf op. De overheid heeft een aantal verplichte kerntaken die steeds slechter worden uitgevoerd en verzint daarnaast veelal nutteloze producten en splitst die de mensen in de maag tegen verplichte betaling. Het mag duidelijk zijn dat de cultuur in de beide organisaties dan ook totaal verschillend is. Mensen in het bedrijfsleven worden constant uitgedaagd creatief te zijn en te blijven, terwijl een baan bij de overheid er steeds meer op neerkomt de dag door te komen en de nodige vinkjes te plaatsen.
Overheid groeit uit frustratie en ideologische hobby’s van de politici
Door de komst van de beroepspolitici ontbreekt steeds meer de dienstbaarheid richting de maatschappij en moeten ideologische hersenspinsels uitgewerkt worden. Bij gebrek aan capaciteiten en om in hun eigen ogen tóch iets te kunnen bereiken zat er voor de politici niets anders op dan de overheidssector te laten groeien, want in andere sectoren hebben ze op grond van hun kwaliteiten niets te zoeken en op het aannemen van méér ambtenaren hadden ze tenminste invloed. Dat heeft de maatschappij geweten. Er kwam een explosieve groei van de overheidssector met voornamelijk negatieve gevolgen voor de maatschappij. Het was het bedrijfsleven en de burger die daarvoor de rekening gepresenteerd kregen. Terwijl de overheid met steeds meer mensen (ook goed als stemvee) een relaxte parallelmaatschappij opbouwde, moesten de werkenden daarvoor een hoge prijs betalen en werd daar de situatie steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden, met alle stress van dien. De situatie is nu zo dat één werker in het bedrijfsleven twee inkomens moet verdienen; één van hemzelf en één van een ambtenaar. En dan niet een politieagent die hem beschermt of een gezondheidszorger die hem verzorgt, maar van een ingehuurde groen-linkser die zijn tijd besteedt aan het uitdenken van methodes om hem nóg meer geld uit de zak te kloppen onder het mom van milieu, klimaatverandering, alternatieve energie of gewoon omdat zíj vinden dat de burger moet leven naar hun beeld en gelijkenis.
Overheid is een oneerlijke concurrent op de arbeidsmarkt
Zoals we zagen, is een werknemer voor de overheid veel goedkoper dan in het particuliere bedrijfsleven. De betaalde belastingen en premies komen direct weer bij de overheid terug en dat maakt dat de werkelijke kosten van een ambtenaar veel minder dan de helft zijn dan van een werknemer in het bedrijfsleven. Daarmee verschaft de overheid zich een enorm sterke positie op de arbeidsmarkt want met véél minder budget kan personeel aangetrokken worden. Het is dan ook gemakkelijk voor de overheid om hogere salarissen te bieden aan mensen waar juist het bedrijfsleven om zit te springen. In de praktijk kaapt de overheid vaak mensen uit de arbeidsmarkt die in het bedrijfsleven van groter nut zouden kunnen zijn (en ook voor hun eigen arbeidsbevrediging beter in een creatieve onderneming zouden kunnen werken). Maar het aanlokkelijke van een onduidelijk overheidsbaantje zonder prestatiedwang, hoge salarissen en zéér beperkte werktijden geeft dan vaak de doorslag. Het enige frustrerende is om aangestuurd te worden door politiek correcte politici en dat je tegenover hen net moet doen of ze intelligent bezig zijn. Maar daar kom je wel overheen als je met een dik pak overbodige wetten en regels de frustraties af kunt reageren op onschuldige burgers.
De politici bedenken zichzelf natuurlijk ook met een flinke verhoging van het salaris
De politici vinden zichzelf zó enorm goed en professioneel dat ze voor zichzelf ook belangrijke verhogingen in petto hebben. Hans Wiegel, nestor bij de VVD, heeft daarover een onderhoudend stuk in
de Telegraaf geschreven. Hij beschrijft de Tweede Kamerleden van vroeger, die met beide benen in de maatschappij stonden en hun ambt combineerden met een functie in de maatschappij: boeren, burgemeesters, middenstanders, huisartsen, advocaten, en zo verder. Midden in de praktijk van de samenleving dus. Dat is een schril contrast met de linkse ideologen van vandaag, die vanuit de communistische en socialistische ideologie beroepspoliticus zijn en van daaruit proberen de maatschappij in te richten naar een soort droombeeld dat nooit heeft bestaan en ook nooit zal bestaan, omdat het volledig tegennatuurlijke uitgangspunten huldigt. De natuur kan niet gedwongen worden, al doen ze het voorkomen van wel. In één geval gelden al die linkse uitgangspunten niet en dat is als het gaat over hun eigen inkomen en macht. Dan is het rupsje nooit genoeg.
Door: “Weethetwel”
https://ejbron.wordpress.com/2019/08/12 ... re-kosten/