List en bedrog stonden altijd hoog in het vaandel van de linkse 'vernieuwers' die wilden veranderen om het veranderen omdat zij meenden het beter te weten. Dat dit meestal gepaard ging met tomeloos geweld heeft te maken met de psychologie van de karakters van die mispunten in de geschiedenis. Zij waren recalcitrante ongeduldige types die dolgraag wisten dat hun salafistische ideeën geen uitstel verdienden. Een doordrammer overtuigt nooit. Vandaar dat men tot geweld overgaat. We zien dit dagelijks aan ons voorbij komen met die verschrikkelijke weerzinwekkende walgelijke door en door zieke achterlijke geestelijk ontwrichte moslims die zich korangeleerde noemen in de rol van imam, ayatolla, moefti, kalief, mahdi, aboena, of mollah.De nostalgie van links
Het idee van verlies wordt begrijpelijker met het boek van Alistair Bonnett, Left in the Past. Radicalism and the Politics of Nostalgia (2010). Daarin legt deze Britse sociaal-geograaf uit dat nostalgie een verrassende rol speelt in het linkse levensgevoel. Natuurlijk, de linkse beweging ziet zichzelf van oudsher als bij uitstek anti-nostalgisch; links is gericht op de toekomst en staat met de rug naar het verleden. Radicalen beschouwden nostalgie ook altijd als oneigenlijk en hinderlijk niet alleen voor het streven naar revolutionaire oplossingen, maar zelfs voor de kleine stappen van meer gematigde progressieve hervormingspolitiek. Een hang naar geschiedenis lijkt op gespannen voet te staan met de rationele oproep tot een doorbreken van ‘oude vormen en gedachten’.
Sinds de laatste eeuw wordt een appel op de liefde voor wat voorbij is bovendien al snel beschouwd als spelen met het vuur van reactie en fascisme. Overigens ziet zelfs de buitenwereld de tegenstelling links versus nostalgie als iets natuurlijks.
Volgens Bonnett is het echter de hoogste tijd om te erkennen dat juist n besef van verlies tot de wezenskenmerken van links behoort. Volgens hem is de kiem van het linkse levensgevoel het besef dat de mens door het kapitalisme is beroofd van z'n authentieke kern. In de wortel betekent links-zijn dan een streven naar herontdekking van je authenticiteit, wat ook de reden is dat links-radicalen strijden voor een fundamentele hervorming van de maatschappelijke structuren. Bonnett haalt de Franse cultuurwetenschap pers Robert Sayre en Michael Löwe aan, schrijvers van het baanbrekende Romanticism Agains the Tide of 0dernity (2001), die menen dat ‘nostalgie naar wat verloren is gegaan precies dat is wat in het centrum staat van de romantische antikapitalististische traditie’.
Dat nostalgie voor links zo’n centrale rol speelt, mag verrassend lijken, maar is volgens Bonnett heel logisch. Hij komt met een recept dat een uitweg zou moeten bieden uit de hopeloze situatie waarin de linkse beweging zich bevindt in deze tij den van neoliberalisme, rechts populisme en leegloop van de linkse partijen. Terwijl links zich tot nu toe heeft
afgezet tegen nostalgische gevoelens, zou ze die juist moeten aanvaarden als bakens die ons de weg helpen terugvinden naar authenticiteit, solidariteit en de cultuur van ‘het volk’, zoals Bonnett schrijft.
In zijn conclusie zegt hij zelfs dat de erkenning van nostalgie ertoe kan leiden - Bonnett ziet daarbij een parallel met de ideeën van de zwarte bevrijdingsideoloog Frantz Fanon - dat links de band met ‘normale mensen’ terugvindt. Die verwijzing naar het volk geeft mij een wat ongemakkelijk gevoel, omdat het een homogeniteit van de bevolking (van een land, van de wereld) veronderstelt die er uit zichzelf helemaal niet is en ook omdat Bonnett dat ‘volk’, wat dat dan ook is, op een voetstuk lijkt te plaatsen.
Op zichzelf is Bonnetts strategie echter wel het overdenken waard, omdat het evident is dat links er nauwelijks meer in slaagt brede groepen aan de onderkant van de samenleving aan zich te binden.
Volgelingen van deze dwazen zijn mede uit om op onze kenniseconomie en vooruitstrevende beschaving te parasiteren, conform hun afschuw voor onze maatschappij die met de religieuze roestige paplepel vanaf de geboorte en eeuwenoude cultuurverdwazing en achterstand op het heden is ingegeven.
Onze regering jaagt op salafisten maar laat ondertussen de Rotterdamse burgemeester en profeet onder de salafisten Aboutaleb ongemoeid. Mogelijk omdat hij tot het linkse kamp behoort en wij met GroenLinks, D66 en onze minister-president al een aantal enorme luizen in de pels van onze beschaving gedogen.