Verdachte steekpartij Albert Cuyp: ‘Ik kan me niets herinneren’
De zaak tegen Tarik E., de eigenaar van een waterpijpenwinkel op de Albert Cuyp die terechtstaat wegens twee pogingen tot doodslag en zware mishandeling, is donderdagmiddag aangehouden. E. zou een black-out hebben gehad tijdens de steekpartij.
De officier van justitie koerste aan op tbs tegen E. (46), die de 67-jarige marktkoopman Martin Colmans en zijn 42-jarige zoon in maart van dit jaar met een mes neerstak. Er is een reclasseringsrapport nodig om vast te stellen welke vorm van tbs nodig is.
Colmans, die met zijn familie een winkel met antieke meubelen runt op de Albert Cuyp, en zijn zoon Sharon raakten daarbij ernstig gewond. De Egyptische E. zegt zich niets meer te kunnen herinneren van de steekpartij. De zaak gaat op 18 november om 9 uur verder.
Volgens de psychiater en psycholoog die E. hebben onderzocht, heeft hij last van psychotische episodes en is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis. E. had, aldus de psychiater, tijdens de steekpartij een black-out en is ontoerekeningsvatbaar. Behandeling is noodzakelijk anders is er kans op recidive.
Keukenmes
Tarik E. draaide op de bewuste zaterdag 16 maart door. Hij toog naar de meubelwinkel en stak Colmans met een keukenmes in zijn been en zoon Sharon in been, borst, rug en hand. Volgens vader en zoon liep E. ook dreigend af op Colmans vrouw. Op een filmpje dat circuleerde op de markt is te zien dat er flink met stoelen en tafels werd gegooid.
De politie trof vader en zoon na het steekincident hevig bloedend aan. Het mes, dat E. had weggegooid, is later teruggevonden op de markt. Een omstander vertelde dat E. er bleek en grijs uitzag en verdwaasd was.
E. heeft wel het filmpje van het steekincident inmiddels met zijn advocaat gezien. “Ik ben wel de persoon op dat filmpje maar dat soort dingen doe ik niet. Het is mijn lichaam maar ik was er geestelijk niet bij. Ik was een andere persoon,” zegt E. via zijn tolk.
Het was, zegt hij, niet persoonlijk tegen Colmans gericht. “En ook niet omdat ze Joods zijn. We zijn gewone mensen. Iedereen is gelijk. Ik ben geen terrorist.”
Eerder verklaarde E. dat het incident gebeurde vanwege een opeenstapeling van pesterijen.
Vreemd gedrag
E. werkte al zestien jaar op de markt en begon een paar jaar geleden zijn waterpijpenwinkel naast Colmans meubelzaak. De laatste tijd kwamen er nog nauwelijks klanten. Hij gebruikte veel drugs en alcohol en sloot af en toe zijn winkel om naar Caïro af te reizen.
Hij was in zichzelf gekeerd toen hij terugkwam in Amsterdam en vertoonde volgens buren vreemd gedrag. Hij zat, zo zagen marktkooplui, urenlang gebeden te prevelen. De omgeving begon zich zorgen te maken en de marktmeesters werden gewaarschuwd. E. droeg een sjaal over zijn gezicht, waarbij alleen zijn ogen zichtbaar waren. Hij las Arabische teksten uit een boek. “Of ik zo bezig was met het geloof? Nee hoor, ik lees ook andere boeken,” zegt E. wiens winkel inmiddels is gesloten.
Incidenten
Er waren eerder al incidenten van bedreigingen en confrontaties met buren. E. had al eens met een mes gezwaaid naar een marktkoopman. E. zegt nu dat zijn gedrag met vergiftiging en zwarte magie te maken heeft.
E.: “Wat er gebeurd is, is niet normaal. Ik zie mezelf dit niet doen. Of ik me verantwoordelijk voel? Waarom zou ik dit doen? Ik ben hier al negentien jaar.”
In Egypte was hij weleens naar een arts geweest. In 2015 was hij bij een psychiater maar die zei dat er niets mis was met E. Ook zouden er geen tekenen zijn van radicalisering. Op de tekst van zijn rolluik had hij gespoten ‘Ik ben Arabier’.
Na lang doorvragen van de rechtbank of hij enige verantwoordelijkheid voelt, zegt hij: “Ik vind het erg voor Sharon.”
Geen vertrouwen in behandeling
De familie Colmans heeft geen enkel vertrouwen in een behandeling in de reguliere zorg. Ze vindt het belangrijk dat de maatschappij beschermd wordt. “Het is een grote gok nu de deskundigen niet kunnen aangeven of een behandeling aanslaat,” aldus de familie Colmans.
E.: “Ik weet niet wat ik zeggen moet. Als ik hoor dat de familie Colmans mij gevaarlijk vindt, word ik er zelf ook ongerust van.”
- Slachtoffers: ‘Je kon de haat voelen’
Martin Colmans, die al voor het steekincident contact had opgenomen met de wijkagent en marktmeesters omdat hij vreesde voor radicalisering bij E, legde een slachtofferverklaring af: “Het steekincident heeft ons leven drastisch veranderd. Mijn buurman heeft geprobeerd ons hele gezin uit te moorden. Ik denk dat hij het op ons heeft gemunt omdat we Joods zijn. De blik in zijn ogen was angstaanjagend. Je kon de haat voelen. Hij droeg al eerder een Arabische sjaal en had Arabische teksten op zijn winkel geschilderd. Het is toch duidelijk dat hij aan het radicaliseren is. Deze antisemitische daad is onterecht neergezet als een burenruzie. Er is onvoldoende onderzoek naar radicalisering gedaan. We zijn bang voor nieuwe aanvallen.”
Zoon Sharon Colmans, geboren in 1976 in Tel Aviv: “Alles veranderde toen E. er kwam te wonen. Hij had stemmingswisselingen en deed soms rare uitspraken. Elke keer als hij terugkwam van vakantie, was hij verbitterd. Hij kwam de laatste keer terug met kaalgeschoren hoofd en zeer agressief gezicht. Wij konden geen contact meer krijgen. Ik voelde me niet meer veilig. Hij weet dat we Joods zijn. Hij las steeds dezelfde citaten alsof hij moed aan het verzamelen was. We hebben veel meldingen gedaan bij instanties als de politie, de gemeente en de anti-radicaliseringsafdeling. We moeten hier nu van leren. Ik heb littekens die me altijd aan dit monster blijven herinneren.”
Martins echtgenote Orly Colmans: “Ik blijf maar steeds denken waarom niemand wilde ingrijpen? Ik ben bang wat er gebeurt als deze man vrijkomt.”