Tulpenhandel bedreigd door strengere milieuregels: ’Vanuit Brussel is het makkelijk praten’
De oer-Hollandse tulpenhandel wordt bedreigd door strengere Europese milieuregels. Is er nog een toekomst voor deze bloeiende bedrijfstak in Nederland als de plannen van eurocommissaris Frans Timmermans werkelijkheid worden?
De tulp is hét symbool van Nederland. De bloem is in Europa geïntroduceerd door de Ottomanen, maar Hollandse pioniers maakten er een florerende wereldhandel van. Inmiddels heeft de bloembollensector een exportwaarde van ruim €900 miljoen. Bovendien komen jaarlijks meer dan 1 miljoen bezoekers af op toeristenmagneet de Keukenhof in Lisse en kijken zondag naar verwachting 1 miljard mensen naar paus Franciscus tussen onze lentebloeiers.
Maar voor hoelang nog? Bollenboeren gebruiken volgens eurocommissaris Frans Timmermans naar verhouding te veel chemische bestrijdingsmiddelen om hun bloemenpracht te beschermen. Hij wil gebruik van chemische pesticiden tegen 2030 halveren en is voor een totaalverbod in kwetsbare gebieden ten behoeve van de biodiversiteit.
Transitie
Jaap Bond is voorzitter van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) en is weinig optimistisch. „We zitten in de transitie naar alternatieve middelen. De gehele sector gebruikt al 90% minder gewasbeschermingsmiddelen dan vroeger. Maar de snelheid waarmee de Europese Commissie het wil, is niet eerlijk. Als wij een aanvraag doen voor een nieuw groen middel bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, duurt het twee jaar voordat zo’n middel wordt toegelaten. Dus dan worden de chemische gewasbeschermingsmiddelen verboden, maar er komen nauwelijks alternatieven beschikbaar.”
De voormalige CDA-provinciebestuurder maakt zich veel zorgen over de Europese plannen. „Als de randvoorwaarden niet worden ingevoerd, hebben we een heel groot probleem. Dan heb je straks geen gereedschap meer om aan ziektebestrijding te doen. Alsof je hoofdpijn hebt, maar geen aspirientje mag nemen.”
Export
Ook bij export van tulpen zijn ze niet gerust op de plannen van eurocommissaris Timmermans. „Dit houdt ons meer dan bezig”, zegt Henk Westerhof van Royal Anthos, de handelsbond voor bloembollen. „We willen best minder gewasbeschermingsmiddelen gebruiken, maar wij exporteren bijna 70% van onze bollen naar landen buiten de EU. En ieder land heeft vervolgens weer strikte eisen.” Als voorbeeld noemt Westerhof China, waar Nederland jaarlijks 300 miljoen leliebollen naar exporteert. „Wij zien duidelijk dat er ziekten worden geconstateerd die terug te voeren zijn naar minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. En in China willen ze juist graag de ziekte bij de bron aanpakken, dus dan komt het er straks niet meer in. Vergelijk het met corona, je kon ook niet naar China reizen als je positief testte.”
Naar de Verenigde Staten worden jaarlijks ruim 1 miljard bollen geëxporteerd, en Westerhof vreest ook daar de kwaliteit niet te kunnen waarborgen als plagen en ziekten hier niet meer kunnen worden bestreden.
Er is geen onafhankelijk onderzoek gedaan naar de gevolgen van de Europese plannen voor de tulpensector, die binnen de EU geen gelijke kent. Uit cijfers van het CBS blijkt dat er 1600 kwekers actief zijn in de teelt van bloembollen en sierplanten, met daarbij ruim 100 handelsbedrijven. In totaal zijn er zo’n 4700 mensen werkzaam in de sector, blijkt uit gegevens van Anthos.
Johan Bremmer van Wageningen Universiteit nam in opdracht van Glastuinbouw Nederland de gevolgen voor teelt van onder andere gerbera’s en chrysanten in kassen onder de loep. De expert plantgezondheid verwacht grote problemen door een combinatie van Timmermans’ ambities en strenger toelatingsbeleid van biologische en chemische middelen.
Criteria aangescherpt
„Op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten zijn de criteria recent aangescherpt. Zo’n 70% van de bestaande middelen moeten binnen vier jaar opnieuw beoordeeld worden”, zegt Bremmer. „Voor chemische middelen verwachten we dat voor minder dan de helft de toelating verlengd wordt. Er komen meer biologische alternatieven, maar onder aan de streep blijven voor de hele land- en tuinbouw minder opties over in de gereedschapskist.”
Het voorstel van Timmermans zorgt dat het aantal opties verder wordt ingeperkt, verwacht Bremmer. „Tuinders kunnen dan minder biologische en chemische middelen afwisselen en dat zorgt voor een groter risico op resistentie bij plantenziekten.”
Voor de sierteelt, dus ook voor bolgewassen zoals onze tulp, brengt dat grote risico’s met zich mee. „Bij export naar het buitenland geldt een zerotolerancebeleid: ze moeten volledig vrij zijn van ziekten en plagen. Hele partijen worden anders afgekeurd. Dan is het snel einde verhaal voor een bedrijf.”
Westerhof vindt dat het voorstel van Timmermans een kwestie van lange adem moet zijn. „We staan in een spagaat. We steken veel geld in onderzoek, maar ondertussen wordt de druk opgevoerd.” Bond is er ook niet gerust op. „De politiek moet uitkijken dat ze iets willen wat in de praktijk niet kan.”
Dat vroeg of laat iets moet veranderen bij bollenboeren lijkt onvermijdelijk nu er steeds meer aanwijzingen zijn voor mogelijke gevaren voor de volksgezondheid. Bas Bloem, hoogleraar neurologie bij het Radboudumc en internationaal parkinson-specialist, komt in de tweede helft van dit jaar met de eerste uitkomsten van een onderzoek naar een mogelijke link tussen gebieden met veel pesticidengebruik en parkinson. „We gaan ons op het hele land richten. Maar we kijken uiteraard met speciale aandacht naar gebieden met bollenteelt en lelieteelt.”
Bloem spreekt wel van een ’heel bizarre speling van het lot’, omdat de tulp ook het internationale symbool van de strijd tegen de ziekte van Parkinson is. „En een symbool van Nederlandse trots”, zegt de professor. „Maar aan de andere kant is juist de tulp ook mogelijk geassocieerd met een verhoogd risico op parkinson onder bollentelers, vanwege de bestrijdingsmiddelen die nodig zijn bij de teelt. Gelukkig wordt er gewerkt aan alternatieven.”
Voorlopig ligt de bal nu bij EU-lidstaten en het Europees Parlement. Daar zorgt onvrede over het voorstel van Timmermans al voor flinke vertraging in de besluitvorming.
„De Europese Commissie is zich terdege bewust van het belang van de sierteelt voor Nederland en het feit dat Nederland ongeveer 60% van de wereldhandel in bloembollen voor zijn rekening neemt”, reageert een woordvoerster tegen De Telegraaf. „Daarom hebben we in het afgelopen jaar ontmoetingen gehad met onder andere bloemenveilingen.”
Afzwakken
Brussel toont zich inmiddels bereid om de eigen plannen af te zwakken. Zo stelt de Commissie voor om het totaalverbod op pesticiden in ’kwetsbare gebieden’ af te zwakken door stoffen met een laag risico en biologische alternatieven alsnog toe te staan. Voor het waterrijke Nederland is dat belangrijk: Brussel aast op nog meer regels rond slootjes. Een andere tegemoetkoming: havens en luchthavens worden uitgesloten van het label ’kwetsbaar gebied’. „Dat maakt een passende behandeling van bloemen voor export mogelijk”, legt de zegsvrouw uit. „Dit is een eerste stap om tegemoet te komen aan veel zorgen die door deze sector zijn geuit.” Volgens Brussel is het nu aan het Europarlement en lidstaten om andere knelpunten aan te pakken tijdens de onderhandelingen.
’Flinke overgang’
John Huiberts schakelde tien jaar geleden over naar het telen van tulpen zonder chemische bestrijdingsmiddelen. Hij deed dat omdat hij zag dat de grond waar zijn familie al 30 jaar bollen op teelde enorm achteruitging door alle landbouwgif. „Op een cursus bodembiologie leerde ik dat alles wat we op school hadden geleerd niet klopte. Je moest je land juist zo min mogelijk bewerken.”
Het duurt vervolgens zeven jaar voordat je de bodem zo op orde hebt dat hij weerbaar is tegen ziektes waardoor je niet meer hoeft te spuiten, legt Huiberts uit. Hij vindt dat Timmermans gelijk heeft dat we minder gewasbeschermingsmiddelen moeten gebruiken. „Maar hij heeft makkelijk praten daar vanuit Brussel. Als je gewend bent om bestrijdingsmiddelen in te zetten, is het een flinke overgang.” En hij kan het weten. „Daarnaast werkt het beter”, zegt Huiberts, „als je het doet omdat je er zélf in gelooft. Niet omdat het je opgelegd wordt.”
Huiberts produceert vooral voor de Nederlandse markt. Buiten Europa is er volgens hem weinig vraag naar biologisch gekweekte bollen. „Vanuit China en Japan is er totaal geen vraag. Naar Amerika exporteren we wel, maar voor zo’n groot land zijn het heel kleine hoeveelheden.”
Al met al is hij blij dat hij van de bestrijdingsmiddelen is afgestapt, terwijl iedereen hem tien jaar geleden voor gek verklaarde. „Af en toe hebben we nog wel een missertje. Maar dat hoort erbij, of je nou gangbaar of biologisch bent.” Huiberts deelt graag zijn kennis met conventionele boeren die willen overstappen. „Zo kunnen we zorgen dat zij niet dezelfde fouten maken.” Hij hoopt dat er meer kwekers opstaan die hetzelfde willen doen. „We hebben eindelijk weer wormen terug, daar ben ik heel blij mee want die zijn hartstikke goed voor je bodem.”