Moslima marechaussee geschorst uit vrees
Schiphol - Defensie heeft marechausseebeambte Sabra R. (26), die op Schiphol een vertrouwensfunctie had, geschorst, uit vrees dat zij een gevaar is voor de nationale veiligheid.
R., een vrome Haagse moslima, diende op Schiphol bij een speciale marechaussee-eenheid tegen terrorisme en criminaliteit. Eerder werkte ze als koningshuisbeveiliger. Zij is mogelijk gevoelig voor beïnvloeding vanuit radicale moslimkringen, vreest de militaire geheime dienst MIVD. Secretaris-generaal Akerboom van Defensie meent dat zij „geen vertrouwensfunctie meer kan vervullen”.
R., die ’s avonds haar marechaussee-uniform verruilt voor een traditionele jurk en hoofddoek, vecht haar schorsing aan, gesteund door militair strafrechtadvocaat Michael Ruperti. „Hoe kan iemand twijfelen aan mijn loyaliteit? Ik geloof in geweldloosheid.”
OVERDAG BIJ MARECHAUSSEE, ’S AVONDS GESLUIERDE MOSLIMA
Hoe gevaarlijk is Sabra?
Marechaussee Sabra R. in het uniform waarin zij overdag loopt en zoals ze zich in haar vrije tijd uitdost: als gesluierde moslima. Het uniform mag zij niet meer dragen, omdat zij volgens de geheime dienst MIVD „niet open en eerlijk” is geweest.
OVERDAG GEÜNIFORMEERD als ’marechaussee der eerste klasse’. ’s Avonds gesluierd als vrome moslima. De geheime dienst MIVD vertrouwt de Haagse Sabra R. niet en blokkeert haar vertrouwensfunctie op Schiphol. „Het belang van de nationale veiligheid weegt zwaarder”, aldus de geheime dienst, die haar observeerde en haar e-mails las. Sabra: „Hoe kunnen ze twijfelen aan mijn loyaliteit?”
Ongeschikt. Dat is – althans volgens de militaire geheime dienst MIVD – de Haagse moslima Sabra R. als marechaussee der eerste klasse op luchthaven Schiphol. Zij is mogelijk een gevaar voor de nationale veiligheid, meent Defensie.
Vreemd, want vanaf 2007 werkte R. tot ieders tevredenheid bij de Koninklijke Marechaussee (KMar) als beveiliger bij de koninklijke familie op paleis Noordeinde, de ambtswoning van de premier en later als lid van de Unit High Risk Security op Schiphol (een zwaar bewapende antiterreureenheid van de marechaussee). Ze beveiligde zelfs Geert Wilders op de nationale luchthaven.
Sabra R. was ’KMar-ambassadrice’; tijdens officiële gelegenheden werd zij als rolmodel gepresenteerd door de marechaussee. Ze volgde op Schiphol de antiterreuropleiding SDR (Search Detect & React), een mede door de Israëlische veiligheidsdiensten ontwikkelde opsporingsmethode.
Wapenkluis
Op de luchthaven had zij enkele dagen geleden nog haar eigen wapenkluis met daarin haar Glockpistool, semi-automatisch MP-5geweer, pepperspray en enkele doosjes kogels. Haar superieuren waren tevreden, zowel bij paleis Noordeinde waar ze soms werkte als plaatsvervangend wachtcommandant, als op de luchthaven. Zozeer, dat zij vanaf december vorig jaar mocht werken in de Camera Toezichtsruimte, het zenuwcentrum van de marechaussee, van waaruit de hele nationale luchthaven wordt geobserveerd met duizenden camera’s.
Iedereen wist dat zij een vrome moslima is, die op Schiphol een kleine, afsluitbare technische ruimte gebruikte als gebedsruimte. Ook was het geen geheim dat zij in privétijd gesluierd rondloopt. Tijdens een personeelsfeestje dineerde zij – gesluierd – aan dezelfde tafel als generaal Harry van den Brink, districtscommandant KMar Schiphol. Maar Sabra R. is geschorst. Vorige week dinsdag moest zij haar wapenkluissleutel en haar toegangspasjes inleveren. Haar uniform mag zij niet meer dragen. Resultaat van een hernieuwd MIVD-veiligheidsonderzoek, opgestart vanwege haar nieuwe functie in de cameratoezichtsruimte. De Haagse werd geobserveerd door de geheime dienst terwijl ze gesluierd over straat liep. Haar e-mailbox werd gekraakt. Met als gevolg: haar ’verklaring van geen bezwaar’ (VGB) is ingetrokken. Ze wordt niet langer betrouwbaar geacht.
De nationale veiligheid zou zij in gevaar kunnen brengen, schrijft Erik Akerboom, secretaris-generaal bij het ministerie van Defensie en voormalig Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) in een vertrouwelijke brief van 28 juni jl. Volgens Akerboom is de Haagse „niet open en eerlijk” geweest in drie indringende gesprekken met MIVD-agenten.
Akerboom: „Tijdens het eerste en tweede gesprek beweerde u geen radicale dan wel fundamentalistische moslims te kennen en nooit gehoord te hebben van acties in het Laakkwartier. Uit ons veiligheidsonderzoek is echter gebleken dat u in het verleden goed op de hoogte bent geweest van de activiteiten en leden van de Hofstadgroep, dat u zelf zeer dicht bij het Laakkwartier hebt gewoond. Tevens legt u tegenstrijdige dan wel onvolledige verklaringen af omtrent uw contacten en die van uw partner. Uw echtgenoot heeft – toen u al een relatie met hem had – in hetzelfde huis gewoond als zijn broer en diens vrouw. Deze vrouw is een zus van een in 2008 veroordeeld lid van de Hofstadgroep.” Volgens Akerboom heeft de Haagse „bewust relevante informatie verzwegen, al dan niet met de bedoeling te misleiden”. Vergeefs protesteerde R. schriftelijk bij de MIVD: „Ik wil bewust geen contact met mensen met radicaal gedachtegoed. Mijn groei in de islam – ben nog zoekende – heeft mij geleerd dat ik de islam op een vredelievende manier dien te praktiseren. Ik houd mij nimmer bezig met strafbare of extreme ideeën. Ik heb ook nooit in het Laakkwartier gewoond. In de tijd dat de Hofstadgroep speelde, was ik nog in mijn puberteit. Veel te jong om mij met dergelijke zaken bezig te houden. Bovendien, ik was toen niet eens moslim. Bij het eerste en tweede gesprek voelde ik me een verdachte. Het doet mij buitengewoon veel verdriet dat ik mogelijk ontslagen zal worden. Dat verdien ik niet.”
Sabra: „De vragen die ik kreeg tijdens het veiligheidsonderzoek waren badinerend. ’Haat jij Joden?’ dat niveau. Het eerste gesprek duurde drie uur, bij mij thuis. Mijn man moest ergens anders zitten. Bij het tweede en derde gesprek, op mijn werk, ging het alleen maar over de islam, echt niet normaal, en mijn relatie met mijn schoonfamilie. Ze vroegen hoe ik mijn hoofddoek draag. Maar dat wisten ze allang. Uit observaties. Ook hadden ze mijn Hotmail getapt; ze wisten dat ik hielp bij het organiseren van islamitische lezingen voor bekeerlingen.”
Paleiswacht
Het laatste gesprek met de geheime dienst was vorig jaar maart. Daarna werkte ze ruim een jaar ongehinderd door op Schiphol bij High Risk Security en werd ze tijdelijk teruggedetacheerd bij de paleiswacht van Noordeinde, dat kampte met gebrek aan ervaren krachten. „Iedereen was blij dat ik weer eventjes terug was. Ik had er vijf jaar gewerkt, dus ze hoefden me niet in te werken.”
Bij ’High Risk Security’ op Schiphol deed ze spannend werk: surveilleren rondom risicovluchten naar Amerika en Israël en soms briefings over gezochte types, uitreizende jihadisten of leden van motorclubs, die aangesproken moesten worden.
„Op Schiphol heb ik mijn eigen gebedsruimte gecreëerd. Mijn wachtcommandant vond het prima. Mijn gebed duurt vijf minuten, korter dan een rookpauze. Als ik bijvoorbeeld om één uur ’s middags Geert Wilders moest begeleiden van de luchthaven naar de snelweg A4, dan haalde ik later mijn gebed wel in. Het werk ging altijd voor. Stel dat ik kwaad in de zin had gehad, dan had ik allerlei info kunnen doorspelen. Maar ik denk totaal niet zo. Maar de geheime dienst heeft me wel zo afgeschilderd. Dat ik gevoelig zou zijn voor beïnvloeding. Onzin. Zelfs mijn beste vriendin en mijn ouders wisten niet wat voor werk ik deed bij de marechaussee.”
R. ging december vorig jaar aan de slag in de Camera Toezichtsruimte (CTR), in afwachting van een officiële aanstelling. „Iedereen was supertevreden. Ik had een goede bidruimte. Ik werd uitgenodigd voor een personeelsuitje van het CTR, maar ik waarschuwde de teamleider dat ik ’s avonds gesluierd ben. ’Geen probleem, gewoon mee’, zei hij. Toen dineerden we aan tafel bij districtsgeneraal Harry van den Brink. Een vriendin van me werkt als agente bij de Haagse politie. Ook zij verwisselt ’s avonds haar uniform voor een jurk en hoofddoek.”
„Ook het hoofd van de CTR en de meldkamer was tevreden”, zegt de Haagse, „maar het duurde lang voordat mijn aanstelling bij het CTR officieel werd.” Uiteindelijk werd ze in april ontboden bij brigadecommandant majoor Joost de Bruyn. „’Weet je waarom je hier bent?’ vroeg hij. ’Er loopt een MIVD-onderzoek tegen je. Daarom kan ik je niet aannemen. Je moet je pasje inleveren’. Toen ben ik ingestort.”
R.: „Ik heb nooit een dienstopdracht geweigerd. Ik ben drievoudig Europees kampioen taekwondo, maar door mijn geloof heb ik vechtsport afgezworen. Ik wil niemand meer pijn doen. Ik schaam me er voor dat ik vroeger meiden knock-out heb geslagen. Geweld is niet-islamitisch.”
De Haagse moslima heeft advocaat mr. Michael Ruperti, gespecialiseerd in militair strafrecht, ingeschakeld.
Discriminatie
Hij noemt het „een verkapte vorm van discriminatie”: „Aan Sabra worden kennelijk strengere eisen opgelegd toen bekend werd dat ze zich in haar geloof verdiepte. Nu mag ze niet eens meer op haar werk komen en verliest ze haar baan. Uit niets blijkt dat cliente als veiligheidsrisico moet worden gezien. Sterker, ze beantwoordde uitgebreid alle MIVD-vragen en geeft aan dat ze extremisme verafschuwt. Als ze zo ’gevaarlijk’ is, hoe is het dan mogelijk dat cliënte na het afronden van het veiligheidsonderzoek ruim een jaar mocht doorwerken op een zeer gevoelige functie. Hoezo veiligheidsrisico?”
„Als dit besluit overeind blijft, is elke militair die naast het werk het islamitische geloof belijdt aangeschoten wild voor de MIVD. Je moet maar bewijzen dat je zelf niet extreem bent of dergelijke contacten hebt. Als het nodig is, zal zij bij de hoogste rechterlijke instanties haar betrouwbaarheid en het ongelijk van de MIVD bewijzen. We overwegen ook een klacht in te dienen bij het College voor de Rechten van de Mens.”