Relatief veel statushouders afhankelijk van uitkering en het beleid werkt daarbij niet mee
Hoewel werk de sleutel is tot inburgering blijven veel vreemdelingen ook jaren na erkenning als vluchteling afhankelijk van een uitkering. Nu het in Utrecht zelfs lijkt te lonen om een baan op te zeggen zodra een huurwoning is betrokken, krabben beleidsmakers zich op het hoofd.
’Vernederend voor de knokkende onderkant’. ’Een middelvinger naar de belastingbetaler’. Een ’perverse prikkel om te stoppen met werken’. De reacties op het besluit van meerdere statushouders in Utrecht om hun baan op te zeggen waren ronduit stevig. De gemeente erkent dat er statushouders zijn gestopt met werken nadat ze hun plek in het asielzoekerscentrum inwisselden voor een woning. ’Onwenselijk’, vindt het stadsbestuur.
Zingeving
Werk is namelijk cruciaal voor de integratie, zegt ’integratieprof’ Jaco Dagevos van de Erasmus Universiteit. „Behalve inkomen en een dagbesteding levert werk zelfvertrouwen en zingeving op. Je leert de taal sneller, je krijgt na jaren van afhankelijkheid weer de regie over je eigen leven.”
Wie in Nederland wordt erkend als vluchteling – de asielzoeker wordt dan statushouder – heeft dezelfde rechten en plichten als een autochtone Nederlander. Toch blijft de arbeidsdeelname achter, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Meer dan de helft van de volwassen voormalige asielzoekers heeft 6,5 jaar na erkenning als vluchteling nog geen werk.
De beperkte arbeidsdeelname van statushouders heeft verschillende oorzaken, zegt Ruben van Gaalen van het CBS. „Het is misschien een open deur, maar vluchtelingen zijn hier niet naartoe gekomen om te werken. Zo’n 40 procent is psychisch belast. Hun papieren zijn vaak niet bruikbaar en er is ook discriminatie.”
Bovendien werkt het beleid ook niet mee, zegt Dagevos. Zo mogen asielzoekers het eerste half jaar überhaupt niet werken. Daarna mag dat 24 weken van het jaar, maar alleen met een tewerkstellingsvergunning die een werkgever moet aanvragen. „Dat is een extra barrière voor werkgevers.” Dat blijkt. Vorig jaar werden er volgens het UWV maar 586 tewerkstellingsvergunningen voor asielzoekers aangevraagd, het jaar ervoor maar 314. Na erkenning als statushouder storten veel van hen zich op het inburgeringsdiploma, zegt Dagevos. „Dat houdt ze ook af van arbeidsdeelname.”
Precies het punt van VVD-Kamerlid Thierry Aartsen. „De beste manier om Nederlands te leren, is in de bedrijfskantine. De focus bij inburgering moet dan ook meer op werk zijn in plaats van op het klaslokaal.” Hij wil dat er deals komen met werkgevers. „We hebben namelijk een megagroot probleem: een half miljoen vacatures. Daar zit ook passend werk bij, waarvoor je geen Nederlandse taal of diploma nodig hebt: in de logistiek, de schoonmaak, de horeca. Maar intussen behandelen we statushouders als zielig en laten we ze liever eerst uitrusten.”
Vluchtelingwerk verzorgt de begeleiding van statushouders en erkent dat het ’wel eens voorkomt’ dat statushouders hun baan opzeggen ]zodra ze een woning krijgen. „De eerste weken zijn hectisch”, zegt woordvoerder Evita Bloemheuvel. „Opeens zijn ze zelf verantwoordelijk. Ze moeten hun woning inrichten, huur betalen, kinderen inschrijven op school, een test doen om hun taalniveau te bepalen, wegwijs worden in het systeem. Sommigen houden hun agenda dan liever even open.” Momenteel zitten er zo’n 16.000 van de ruim 21.000 statushouders nog in de asielopvang. „Juist degenen die werken, zijn heel erg gemotiveerd. Ik kan me dus niet voorstellen dat statushouders op grote schaal hun baan opzeggen als dat even beter uitkomt.”
Of dat daadwerkelijk zo is, zoekt het Utrechtse stadsbestuur nog uit. Utrecht besloot afgelopen zomer zes weken lang bijna alle vrijkomende sociale huurwoningen aan statushouders toe te wijzen om de asielopvang te ontlasten. Binnen vier weken kregen zo 490 statushouders een woning. Andere Utrechters kunnen intussen rustig elf jaar op de wachtlijst voor een corporatiewoning staan.
Averechts
Het effect lijkt nu averechts. Tientallen statushouders zegden na het krijgen van een woning hun baan op en verruilden hun loon voor een bijstandsuitkering. Dat ondanks de jarenlange inspanningen van de gemeente Utrecht om met een eigen aanpak (het ’Plan Einstein’) vluchtelingen vanaf dag één mee te laten draaien in de maatschappij.
Het progressieve college (GL, D66, PvdA, Student & Starter en CU) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) ’betreuren’ de situatie, maar daarmee nemen VVD, CDA, PVV en Stadsbelang Utrecht geen genoegen. Ze spreken over ’een perverse prikkel om te stoppen met werken’. „Dit maakt mij zó boos”, zegt VVD-raadslid Tess Meerding.
„We bieden deze statushouders onderdak, dat ging al ten koste van andere mensen op de wachtlijst. En daar ga je dan zo mee om. Een middelvinger naar de belastingbetalende Utrechter”, zegt Meerding.
Gesubsidieerd
„Wat denken die statushouders nou?”, zegt fractievoorzitter Cees Bos van Stadsbelang: „Dat je niet meer hoeft te werken als je een huis hebt? Dat je voor de rest van je verblijf hier door de Staat gesubsidieerd door het leven kan gaan? Asielzoekers krijgen vanaf dag 1 integratielessen over hoe de samenleving werkt. Dit moeten ze eenvoudigweg weten.”
Maar ook vanuit een andere hoek is de kritiek fel. „Onbegrijpelijk hoe dit kan”, zegt publicist Josse de Voogd, samensteller van de Atlas van Afgehaakt Nederland. „Vernederend voor knokkende onderkant, bom onder de solidariteit met kwetsbaren en vrij schieten voor de rechterflank.” Zoals PVV-leider Geert Wilders het uitdrukt: „Parasiteren doe je maar in je eigen land.”