Unicum: verdachte van liquidatie vrijuit omdat hij te lang moest wachten op rechtszaak
De Amsterdamse rechtbank heeft besloten dat de strafzaak tegen een man die wordt verdacht van de liquidatie van Rida Bennajem, een van de eerste slachtoffers in de Amsterdamse onderwereldoorlog, van tafel moet. De reden is dat de zaak liefst negen jaar stilstond en het OM geen vorderingen heeft gemaakt in de strafzaak.
In maart 2013 werd de pas 21-jarige Bennajem voor zijn huis van dichtbij door het hoofd geschoten en overleed ter plekke. Bennajem was, zo denken politie en justitie, betrokken bij een dubbele liquidatie in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam. Die eruptie van geweld schokte het land en vormde uiteindelijk het startpunt van een bloedige onderwereldoorlog. Enkele maanden na de wildwesttaferelen in de Staatsliedenbuurt werd Bennajem zelf om het leven gebracht.
Naast het lichaam van Bennajem werd een sleutelbos gevonden, die door de politie veilig werd gesteld. Forensisch rechercheurs deden uitgebreid onderzoek en troffen op de sleutelbos het dna van S. L. aan, een vriend van Bennajem. Bij een huiszoeking werd later een jas gevonden, waar vervolgens kruitresten in werden gevonden. Nader onderzoek wees uit dat de meeste kruitresten afkomstig waren van politiemunitie, wat volgens advocaat Jan-Hein Kuijpers aantoont dat zijn cliënt niets met de moord op Bennajem te maken heeft.
S. L. werd enkele maanden na de moord op Bennajem aangehouden, en beriep zich daarbij altijd op zijn zwijgrecht. Na ruim negen maanden werd zijn voorlopige hechtenis door de Amsterdamse rechtbank geschorst, omdat het OM op dat moment geen idee had wanneer het tot een inhoudelijke behandeling van de strafzaak zou komen. Wel moest hij zich houden aan enkele strikte voorwaarden. In 2015 werd zijn voorlopige hechtenis zelfs helemaal opgeheven.
Cliënt had, alle inspanningen ten spijt, jaren geleden al moeten worden vrijgesproken
Advocaat Jan-Hein Kuijpers
Het OM heeft geprobeerd meer bewijs te vergaren tegen S. L. Zo is er eindeloos gezocht in de database van de gekraakte berichtenservice Ennetcom, die gebruikt werd door veel criminele organisaties. Ondanks een jarenlange zoektocht kon justitie geen belastende berichten vinden die S. L. koppelen aan de moord op Bennajem. En zo kabbelde het dossier jarenlang voort, zonder resultaat.
Uiteindelijk stond eind maart van dit jaar de inhoudelijke behandeling van de zaak op de agenda. De officier van justitie stelde dat het OM niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vervolging van verdachte ‘in verband met het tijdsverloop en het gegeven dat er sinds 2014 geen nieuwe belastende feiten aan het licht zijn gekomen’. Ook de rechtbank is het daarmee eens: de lange tijd die het onderzoek stilstond, gecombineerd met het feit dat er geen nieuw bewijs is, maakt dat de strafzaak van tafel moet, meent de rechtbank.
‘Nu pas kan hij verder met zijn leven’
En dat is een unicum, stelt advocaat Kuijpers. Het komt tegenwoordig zelden tot nooit meer voor dat het OM niet-ontvankelijk wordt verklaard, wat betekent dat het OM haar recht op vervolging heeft verspeeld. Laat staan in een liquidatiezaak. ,,Cliënt had, alle inspanningen ten spijt, jaren geleden al moeten worden vrijgesproken. Nu pas kan hij eindelijk verder met zijn leven. Het zwaard boven z’n hoofd is verdwenen.”