Waldo zag verdachte van steekpartij tekeergaan in de Pijp: ’Kon niet meer slapen’
De 29-jarige man uit Amstelveen die vrijdag uit het niets vijf mensen neerstak in de Amsterdamse buurt de Pijp, is mogelijk een familielid of een kennis van de eigenaar van een avondwinkel aan de Scheldestraat in de hoofdstad die hij die avond bezocht. Ooggetuige Waldo Bezerra de Oliveira volgde de dader tot de politie arriveerde. „Als ik had ingegrepen, dan was die laatste jongen misschien niet neergestoken. Maar dan was ik misschien zelf wel dood geweest.”
De Amsterdamse politie viel na de steekincidenten op vrijdagavond de woning van de man in Amstelveen binnen. Het adres staat op naam van de 60-jarige, oorspronkelijk uit Egypte afkomstige eigenaar van de avondwinkel. Voordat de verdachte de winkel vrijdag binnentrad, had hij al vier mensen neergestoken. Een 64-jarige Amsterdammer overleed daarbij.
Connectie met avondwinkel
De politie wilde niets zeggen over de zaak en de eventuele connectie van de verdachte met de avondwinkel. „De man zit in beperking en wordt dinsdag voorgeleid”, aldus woordvoerder Rob van der Veen. „Wij gaan daarom nu niet in op vragen.”
Op het adres in Amstelveen waar de politie binnenviel en waar de dader dus woont, willen de twee aanwezige vrouwen niets zeggen. Onduidelijk is dan ook of het gaat om familieleden, of dat de verdachte er bijvoorbeeld als kennis woont.
De verdachte van de vijfvoudige steekpartij kon worden opgepakt dankzij de aanwijzingen van een 64-jarige Amsterdammer, die de dader na het vierde steekincident achtervolgde op zijn scooter. De man waarschuwde intussen de politie, die de dader daarop eenvoudig kon inrekenen, voordat hij nog meer slachtoffers kon maken.
„De politie heeft mij zaterdag bedankt en gezegd dat ik geweldig werk heb gedaan”, vertelt de nog steeds aangeslagen Waldemar (Waldo) Bezerra de Oliveira. „Dat ik achter hem ben aangegaan en dat ik hem in de gaten heb gehouden. En dat ik in de tussentijd de politie heb gebeld. Maar ook dat het goed was dat ik zelf niet had ingegrepen. Achteraf denk ik: als ik dat nu wel had gedaan, dan was die laatste jongen misschien niet neergestoken. Maar dan was ik misschien zelf wel dood geweest…”
"Ik zag dat hij een mes in zijn hand hield"
Waldo, die de kost verdient als kapper, was ooit balletdanser bij het Scapino Ballet. „Ik kwam vrijdagavond op mijn scooter bij een vriend vandaan, toen ik op de hoek van de Ceintuurbaan en de Ferdinand Bolstraat een meisje op straat zag liggen. Er zaten twee jongens bij, en de ene riep: ’Ze is neergestoken door die vent daar, ga achter hem aan!’.”
„Er was verder bijna niemand op straat en ik zag die man lopen en ben er inderdaad achteraan gaan rijden. Hij had een halflange jas tot op zijn knieën met een capuchon met een bontkraag, die hij de hele tijd op zijn hoofd droeg. Ik zag dat hij een mes in zijn hand hield, dat hij steeds een beetje probeerde weg te moffelen in zijn jas.”
Waldo was met zijn scooter op een gegeven moment zo’n drie meter verwijderd van de dader. „Hij keek verward om zich heen en zag mij ook.
Het was een man met een Arabisch uiterlijk, met een klein baardje. Ik wist niet wat te doen, ik was bang dat hij mij misschien ook zou neersteken of zo. Ik ben niet zo groot dus een ruzie zou ik altijd verliezen.”
Op de hoek van de Scheldestraat en de Amstelkade liep de messentrekker avondwinkel De Schelde binnen. „Ik stond op de brug daar, deed mijn helm af en mijn handschoenen uit en belde de politie. Dat ging allemaal heel moeilijk, want ze stelden allerlei vragen en begrepen mij misschien niet zo goed”, vertelt de van oorsprong Braziliaanse Amsterdammer.
’Bloedend op de grond’
„Terwijl ik met de politie in gesprek was, kwam die man weer uit de winkel lopen en vrijwel direct viel hij een jongen aan, die samen met twee meisjes op de trappen van het portiek ernaast zat. Die jongen probeerde hem nog af te weren door hem te schoppen, maar voordat hij het wist lag hij bloedend op de grond.”
Waldo reed daarop met zijn scooter op de dader af en begon tegen hem te schreeuwen. „Ook kwamen er vier mensen uit de avondwinkel lopen. Ik riep ’pak die man, pak die man’. Al die tijd had ik de politie op de speaker van mijn telefoon staan. Ik wilde net weer achter die man aanrijden, toen er al agenten aankwamen. Ik heb ze gewezen in welke richting hij was gelopen en hoe hij eruitzag. Niet veel later konden ze hem eenvoudig arresteren op de Jozef Israëlskade, vlak bij het Okura Hotel.”
"Ik heb er de hele nacht niet van kunnen slapen"
De 64-jarige Amsterdammer besloot daarop naar huis te gaan. Op de terugweg kwam hij langs het gewonde meisje, dat nog op straat lag, met een goudkleurige isolatiedeken over zich heen. „Tegen een van die jongens heb ik gezegd dat de politie de dader had gearresteerd. Daar waren ze blij om. Hoe het met het meisje en die jongen is afgelopen weet ik niet. Later hoorde ik dat hij nog drie andere mensen had neergestoken, waarvan eentje in de Tweede van der Helststraat. Dat was ook een man van 64, net als ik. Vreselijk allemaal, ik heb er de hele nacht niet van kunnen slapen.”
Op zaterdag belde de Amsterdamse politie om het verhaal van Waldo op te tekenen. „Ze komen nog een keer langs en hebben ook slachtofferhulp voor me geregeld. Dat is maar goed ook wat ik zit er echt doorheen”, zegt de kapper, terwijl hij vecht om een huilbui tegen te gaan.
De verdachte bleek een 29-jarige man uit Amstelveen te zijn. Volgens de politie maakte hij een verwarde indruk. Ook wordt gekeken of hij misschien bepaalde middelen heeft gebruikt. Een terroristisch motief werd zo goed als zeker uitgesloten. Wel werd zaterdagnacht dus nog zijn woning doorzocht, waarbij ’gegevensdragers’ en een auto in beslag werden genomen. De politie wil niets zeggen over de achtergrond van de man en waarom hij tot zijn afschuwelijke daad is gekomen.
Het overleden slachtoffer in de Tweede van der Helststraat is een 64-jarige man uit Amsterdam. Er zijn bloemen neergelegd op de plek waar hij het leven liet, pal voor de deur van een bovenwoning tussen een ijssalon en de shoarmatent Hayram.
’Precies voor mijn deur’
Een bewoonster van die bovenwoning kreeg vrijdagavond laat de schrik van haar leven nadat ze aan de overkant van de straat allemaal politiewagens zag staan. „Toen ik naar beneden liep en de deur opendeed, lag daar precies voor mijn voeten die dode man. Weliswaar met een laken over hem heen, maar badend in een enorme plas met bloed. Ik schrok me wild, het was een vreselijk gezicht. Ik vind het ook zo erg dat iemand zomaar door een wildvreemde is doodgestoken, zo precies voor mijn deur.”
De andere slachtoffers zijn allemaal in de twintig. Hun leeftijd ligt tussen de 21 en de 28 jaar. Een van de slachtoffers woont in Haarlem, drie anderen in Amsterdam. Zij verkeerden zondag buiten levensgevaar.
Operatietafel
Onduidelijk is wie het eerste slachtoffer van de man uit Amstelveen was en waarom hij een soort ’rondje’ liep, onder andere over de Ceintuurbaan en de Ferdinand Bolstraat, voordat hij de avondwinkel aan de Scheldestraat binnenging. Hij had toen al vier mensen neergestoken.
Volgens een studente, die in een huis woont met een vriendin van een van de slachtoffers, zat haar huisgenote met de vriend en een andere vriendin een sigaretje te roken en een wijntje te drinken, toen de man uit de avondwinkel kwam en vrijwel meteen op de jongen instak. „Ik hoorde dat hij op meerdere plekken in zijn lichaam werd gestoken. Ze zijn de hele nacht met hem bezig gewest op de operatietafel.”
Twee dagen na het incident, op zondag, laat een huisgenote weten dat het inmiddels weer goed gaat met het slachtoffer, dat nog wel in het ziekenhuis ligt. „We appen weer wat. Maar het meisje dat naast hem zat, ons huisgenootje dus, is compleet in shock.”