20 juli 1944: een opstand voor de vrijheid
Geplaatst op 19 juli 2019
De aanslag op 20 juli 1944 was de meest veelbelovende van alle pogingen om de dictatuur van Adolf Hitler en de nationaalsocialisten uit de weg te ruimen. Deze erfenis verplicht tot een consequent opkomen voor de vrijheid en de rechtsstaat, wanneer zij ook maar in gevaar zijn.
75 jaar geleden, om 07.00 uur ´s ochtends op de 20e juli 1944, vloog kolonel Claus Schenk Graf von Stauffenberg (foto boven) van Berlijn naar Oost-Pruisen naar het hoofdkwartier van de dictator.
Om 12.42 uur explodeerde de bom. Stauffenberg vloog terug naar Berlijn om “Operatie Walküre” te beginnen, een door hem in het geheim tot militaire putsch gewijzigd noodplan. De ontwapening van de SS en de Gestapo lukte in het begin, in Parijs en Wenen namen de opstandelingen de controle over.
Maar de dictator had de aanslag overleefd. Het lukt zijn paladijnen om eenheden van het reserveleger te herwinnen. De opstand stort in elkaar, de aanvoerders worden gearresteerd en ter dood veroordeeld. Stauffenberg sterft kort na middernacht met de kreet: “Leve het heilige Duitsland!”
De tiran heeft het overleefd: Hitler bezichtigt de verwoeste kampbarak na de aanslag.
Hij was geen “hele kleine knoeier”, zoals Hitler´s propaganda later beweerde. Tot de kring van de samenzweerders behoorden edelen en vakbondsmensen, burgers en officieren, mensen uit het centrum en sociaaldemocraten, christenen en intellectuelen. Ze hadden concrete plannen ontworpen voor een overgangsregering en voor een “nieuwe orde, die van alle Duitsers dragers van de macht van de staat maakt en hen recht en gerechtigheid garandeert.”
Hun motief was om de eer van Duitsland te redden, die door de misdaden van Hitler en de nationaalsocialisten bezoedeld was. Ze geloofden in de toekomst van de Duitsers, ze wilden de natie voor de ondergang behoeden. De aanslag zou moeten plaatsvinden, zelfs als hij zou mislukken, om de Duitsers voor de geschiedenis te rechtvaardigen. Daarover waren Stauffenberg en de tweede man van de samenzwering, Henning von Tresckow, het eens. Daarvoor hebben zij hun leven opgeofferd.
Laatste ontmoeting voor de aanslag: Stauffenberg (helemaal links) met Adolf Hitler en Wilhelm Keitel (rechts) op 15 juli 1944 in de “Wolfsschanze”, het hoofdkwartier van de Führer.
Hun offer was niet voor niets als we deze erfenis aannemen. De 20e juli is een verheven keerpunt van de Duitse geschiedenis. Ze maakt deel uit van een lange traditie van grote momenten, waarin Duitsers voor vrijheid en recht gevochten hebben, van de vrijheidsbeweging van 1813 en de burgerlijke revolutie van 1848 tot de opstand van de 17e juni 1953, de maandagdemonstraties en de val van de Berlijnse Muur in 1989.
In de eed van de samenzweerders staat:
“Wij bekennen ons in de geest en metterdaad tot de grootste overleveringen van ons volk, dat door de samensmelting van Helleense en christelijke oorsprongen in het Germaanse wezen het mensdom van het Avondland schiep.”
Deze erfenis verplicht tot een consequent opkomen voor de vrijheid en de rechtsstaat, wanneer zij ook maar in gevaar zijn.
Bron:
www.deutschland-kurier.org
Vertaald uit het Duits door: E.J. Bron
https://ejbron.wordpress.com/2019/07/19 ... -vrijheid/