Koeien en schapen sjokken Gaza’s slachterijen tegemoet
Van onze correspondent Alex Burghoorn
gepubliceerd op 25 januari 2008 10:29
RAFAH - Trots inspecteert Abu Mohammed (42) in het niemandsland tussen de Gazastrook en Egypte zijn pronkstuk: een motorfiets van het Chinese merk Better. Net gekocht in El Arish, een stad aan de kust van de Egyptische Sinaïwoestijn.
Het plastic van de fabriek zit nog over het zadel en de handremmen. ‘Ik heb altijd van een motor gedroomd’, zegt hij. ‘Hij kostte me maar 200 dollar!’
Op het zadel ligt een eenvoudig jachtgeweer. Ook net gekocht, voor omgerekend 20 euro. Een doosje met kleine kogeltjes zit in zijn broekzak.
‘Ach, we hebben in Gaza toch niks te doen’, zegt hij. ‘Jagen is dan leuk om de tijd door te komen. Schieten op duiven en anders op flessen, blikken of wat dan ook.’
Zeker, Abu Mohammed heeft donderdag ook waspoeder gekocht in Egypte. En chips en cola. ‘Al die dingen die hier moeilijk of alleen voor veel geld te koop zijn.’
Hij heeft geen baan, al jaren niet meer. Zoals veel Gazanen werkte hij als arbeider in Israël, totdat in 2000 de tweede intifada uitbrak. Sindsdien leeft Abu Mohammed met zijn gezin van de bedeling én het stuk grond dat hij in zijn woonplaats Jabalya bezit.
Het is de dag na de val van de muur. Op zeker vijftien plekken hebben Palestijnse strijders woensdag de grijze betonnen muur langs de grens met Egypte opgeblazen. Ook de ijzeren muur werd omvergeduwd.
Het Israëlische beleg van Gaza is, voorlopig, doorbroken. Egyptische troepen kijken donderdag toe hoe tienduizenden bewoners heen en weer gaan.
Van het Palestijnse Rafah naar het Egyptische Rafah. De grenst doorsnijdt de Palestijnse stad al jaren. Met lege handen gaan de Palestijnen heen en met dozen en zakken komen ze terug: knoflookbalen, melkpoeder, tapijten, thee, televisies, sigaretten.
Daar tussendoor sjokken koeien en schapen de slachterijen van Gaza tegemoet. Het is een drukke marktdag in het kwadraat.
In de laadbak van een pickup-truck probeert Umm Raef (45) twee vuilniszakken vol huisraad te bewaken. ‘Potten en pannen’, zegt ze, in kleermakerszit. Haar zwager is nog onderweg met twee zakken cement. ‘Ze kosten daar 30 shekel (5,50 euro) per stuk. In Gaza wel 300 shekel.’
De bouwmaterialen zijn voor het huis dat ze in Khan Younis bouwen. Hun vorige familieblok is in 2004 door het Israëlische leger verwoest. ‘Sindsdien kopen we steeds wat spullen als we weer wat geld hebben. Maar in Gaza is bijna niks meer te krijgen.’
De grenzen van Gaza zijn afgegrendeld door Israël na de machtsovername van Hamas, de Palestijnse islamistische beweging die in juni 2007 de Palestijnse Autoriteit heeft verdreven. Alleen ladingen met humanitaire goederen mochten de Gazastrook in.
Het leven is er langzaam tot stilstand gekomen. Trouwerijen zijn uitgesteld, omdat er geen uitzet te koop is. Begraven is lastiger omdat grafdelvers het zonder cement moeten stellen.
De ordedienst van Hamas ziet aan de grens toe op het ordelijk overhevelen van zendingen rijst en suiker van Egyptische liefdadigheidsinstellingen. Vooral de Moslim Broederschap, de islamistische beweging waar Hamas uit is voortgekomen, heeft vrachtwagens vol naar de grens gestuurd.
De Egyptische chauffeurs en dragers zitten in de schaduw baklava te eten. ‘Wij dragen het over aan het ministerie van Gezondheidszorg’, zegt Abu Jihad (32). ‘Maar dit is geen bestendige oplossing’, zegt hij, wijzend op de tien meter die de dragers over muurtjes en door hekken moeten afleggen. ‘Hopelijk verzinnen ze snel iets beters.’
Hoe lang de grens open blijft, weet nog niemand. Egypte heeft donderdag aangekondigd dat ‘alles weer terug zal gaan naar de normale situatie’.
Maar zonder instemming van Hamas is dat geen eenvoudige klus. Bovendien betekent het dat Egypte de deur voor de neus van de Palestijnen moet sluiten.
Voor het zover is gaat Mohammed Jarwan, een twintiger, nog snel zijn echtgenote voorstellen aan zijn familie in Egypte. Schuchter slentert ze naast hem over de onverharde wegen van het Egyptische Rafah.
In haar mooiste kleren: een lange witte jas over een spijkerbroek en zilveren hooggehakte schoenen. ‘Ik heb mijn neven al vijf jaar niet gezien’, zegt hij. ‘Voor even wil ik de vrijheid proeven.’
Op de terugweg naar Gaza moet de stroom Palestijnen, met boodschappen en al, echter nog een lastig muurtje over. Geen probleem. Handige jongens hebben er ladders tegenaan gezet. Ze rekenen één shekel tol.
BRON!!!!!!!!