Michaël van der Galiën: “De Koran is bijna hypnotiserend”
Door Armand Sağ
2 maart 2016
Mag ik eve? overgeve!
Wat een idioot. Erger, wat een islamidioot.
In die beginfase van onze relatie was ik christen en zij moslima. Hoewel dat af en toe debatten opleverde, was het niet onoverkomelijk. Toch besloten we dat het handig was als we elkaar beter probeerden te begrijpen. Daarom begon zij wat in de Bijbel te lezen en ik in de Koran.
Hoewel er natuurlijk gewelddadige verzen in de Koran staan, was ik daar niet zo door van slag. Die verzen bestaan immers ook in het Oude Testament. Wat telt is hoe je ermee omgaat – hoe je ze interpreteert. Wat mij dan ook het meeste opviel was de schoonheid van de Koran; het was bijna hypnotiserend om te lezen. En natuurlijk herkende ik er veel in. Het enige echte grote verschil was, mijn inziens, dat Jezus in de Bijbel gezien wordt als de Zoon van God, terwijl hij in de Koran gepresenteerd werd als een bijzonder vreedzame, verlichte en verstandige profeet.
Ik begon steeds meer na te denken over de diepere boodschap van de Koran, en dan met name met betrekking tot het verschil over Jezus én met betrekking tot de godsopvatting. Ik zette christelijke argumenten tegenover islamitische argumenten over de eenheid van God, Zijn grootheid en macht, en liep tegen een enorme muur aan: als God almachtig is – en dat is Hij – waarom zou het dan nodig zijn voor Hem om, als Hij ons wil vergeven voor onze zonde, naar aarde te komen als een mens, vreselijk te lijden, vermoord te worden, en daarna als hoogtepunt ook nog eens te herrijzen. Ik vond de islamitische opvatting van Jezus veel overtuigender: een profeet, maar niet de Zoon van God. Als God wil vergeven doet hij dat, daar heeft hij geen ‘offerlam’ in de vorm van een mens én zichzelf voor nodig.
En zijn schrijfseltjes bij de DDS zou ik serieus moeten nemen?
Deze godsdienstwaanzinnige?