Hopelijk kunt ge lezen en snappen wat er staat of WILLEN snappen wat er staat.
En het NT is int Grieks geschreven dus kom niet met uw betweterigheid zeggen dat ge het beter weet dan de apostelen. En punt3 is dat de Heer Jezus sprak over de Trooster , de Geest der waarheid.. en Mo was geen geest. Dus simpel gesteld is het duidelijk dat Hij nooit over Moke kan gesproken hebben.
Of moet ik er een tekeningske bij make voor da ge het verstaat.
VERONDERSTELDE PROFETIEËN IN DE BIJBEL
DIE NAAR MOHAMMED WIJZEN
De koran zegt dat:
En toen Jezus, zoon van Maria, zeide: “O kinderen van Israël, Ik ben Allah's boodschapper voor u, datgene bevestigend wat vóór mij in de Torah was, en een blijde tijding gevende van een boodschapper die na mij komen zal, zijn naam zal Ahmad zijn.” (Soera 61:6).
Vinden we daar enig verslag van in de bijbel?
Ahmed is een vorm van de naam Mohammed, beide betekenen “de verhevene”. In het Grieks worden we verteld dat dit “periklytos” zou zijn. Nu vinden we in het evangelie van Johannes, hoofdstuk 14:16:
“En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster [“parakletos”] geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn,”
Op grond van de korantekst beweren moslims dat dit vers een vervalsing uitgevoerd door christenen is, om daarmee de voorspelde komst van Mohammed te camoufleren, die voor moslims zo duidelijk voorspeld wordt in de bovenstaande tekst. We moeten, echter, zeggen dat alle manuscript teksten van dit evangelie van Johannes, die het woord ‘parakletos’ en niet ‘periklytos’ bevatten, honderden jaren terug dateren voor de komst van Mohammed. Verder vertelt het volgende vers ons dat de ‘parakletos’
“de Geest der waarheid [is], die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.” (Cursieve weergave is van mij)
Het moet daarom zeer duidelijk zijn dat iedere interpretatie die Mohammed in de plaats van de Heilige Geest zet, niet in lijn met de feiten is.
“Dit is de zegen, waarmede Mozes, de man Gods, de Israëlieten vóór zijn sterven gezegend heeft. Hij zeide: ‘De HERE is gekomen van Sinaï en over hen opgegaan uit Seïr; Hij is in lichtglans verschenen van het gebergte Paran en gekomen uit het midden van heilige tienduizenden; aan zijn rechterzijde zagen zij een brandend vuur. Ja, Hij heeft de volken lief; al zijn heiligen – in uw hand zijn zij, aan uw voeten legeren zij zich, vangen iets op van uw woorden. Mozes heeft ons de wet geboden, een bezit voor de gemeente van Jakob. Hij werd Koning in Jesurun, toen de hoofden van het volk bijeenkwamen, de stammen van Israël alle tezamen.” (Deuteronomium 33:1-5).
Moslims nemen vaak het tweede vers van deze tekst en beweren dat toen de HERE van Sinaï kwam, hij via Mozes kwam; toen hij opstond van Seïr, hij in Jezus kwam; en toen hij verscheen van de berg Paran en met tienduizenden heiligen kwam, hij in Mohammed kwam. Deze studie biedt geen exegese van deze verzen, maar het is zeer duidelijk van de context dat deze tekst naar Jahweh en niet naar Mozes of iemand anders verwijst! De islamitische interpretatie van dit vers is absurd. Behalve dit, is het gebaseerd op de fout dat berg Paran ergens op het Arabische Schiereiland niet ver van Mekka is. Iedere student van bijbelse geografie weet dat de twee bergen (Seïr en Sinaï) en het gebergte Paran op het Sinaï Schiereiland, ongeveer 1.000 km van Mekka verwijderd liggen.
Een ander vers dat moslims beschouwen als een profetie dat betrekking heeft op Mohammed is in Johannes 1:19:
“En dit was het getuigenis van Johannes, toen de Joden uit Jeruzalem priesters en Levieten tot hem zonden om hem te vragen: Wie zijt gij? En hij beleed en ontkende het niet; en hij beleed: Ik ben de Christus niet. En zij vroegen hem: Wat dan? Zijt gij Elia? En hij zeide: Ik ben het niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen. Zij zeiden dan tot hem: Wie zijt gij? ... Hij zeide: ‘Ik ben de stem van een die roept in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren, gelijk de profeet Jesaja gesproken heeft.’”
Hoewel moslims vastbesloten ieder ander deel van hetzelfde hoofdstuk verwerpen, die in geen mis te verstane termen de godheid van Christus verkondigen, achten zij het passend om aan te nemen dat “de profeet” de te verwachten Mohammed was. Israël verwachtte in die tijd een profeet, “de” profeet van God in de situatie waarin zij leefden. Hij is degene aangekondigd in Deuteronomium 18:15 en verder:
“Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de HERE, uw God, u verwekken; naar hem zult gij luisteren. Juist zoals gij van de HERE, uw God, gevraagd hebt op Horeb, op de dag der samenkomst, toen gij zeidet: ‘Ik wil niet langer de stem van de HERE, mijn God, horen en dit grote vuur niet langer zien, opdat ik niet sterve.’ Toen zeide de HERE tot mij: ‘Het is goed, wat zij gesproken hebben; een profeet zal Ik hun verwekken uit het midden van hun broederen, zoals gij zijt; Ik zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied. De man, die niet luistert naar de woorden welke hij in mijn naam spreken zal, van die zal Ik rekenschap vragen.’” (Deuteronomium 18:15-19).
Dat deze “profeet” Jezus is wordt duidelijk in Handelingen 3:17-23 gezegd:
“En nu, broeders, ik weet, dat gij uit onkunde hebt gehandeld, gelijk ook uw oversten; maar zo heeft God in vervulling doen gaan wat Hij bij monde van alle profeten tevoren geboodschapt had, dat zijn Christus moest lijden. Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren, en Hij de Christus, die voor u tevoren bestemd was, Jezus, zende; Hem moest de hemel opnemen tot de tijden van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten, van oudsher. Mozes toch heeft gezegd: ‘De Here God zal u een profeet doen opstaan uit uw broeders, gelijk mij: naar hem zult gij horen in alles wat hij tot u spreken zal; en het zal geschieden, dat alle ziel, die naar deze profeet niet hoort, uit het volk zal worden uitgeroeid.’”
In de hoofden van de joden, echter, was “de profeet” niet de Messias:
“Sommigen dan uit de schare, die naar deze woorden geluisterd hadden, spraken: Deze is waarlijk de profeet. Anderen zeiden: Deze is de Christus” (Johannes 7:40).
‘Wie zeggen de mensen, dat de Zoon des mensen is?’ En zij zeiden: ‘Sommigen: Johannes de Doper; anderen: Elia; weer anderen: Jeremia, of één der profeten.’ Hij zeide tot hen: ‘Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?’ Simon Petrus antwoordde en zeide: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God!’” (Matteüs 16:13-16).
Los van alles, de Farizeeën, deel uitmakend van het Verkoren Volk, verwachten niet dat een heiden de profeet die moest komen zou zijn. (Zie Deuteronomium 18:15): “Een profeet uit uw midden... zal de Here uw God u verwekken” dat wil zeggen de joden)
Daarom is de profeet, zonder twijfel, de Messias.
De meest gebruikte van alle veronderstelde profetieën over Mohammed, wordt gevonden in het boek Deuteronomium 18:15-22:
“Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de HERE, uw God, u verwekken; naar hem zult gij luisteren. Juist zoals gij van de HERE, uw God, gevraagd hebt op Horeb, op de dag der samenkomst, toen gij zeidet: ‘Ik wil niet langer de stem van de HERE, mijn God, horen en dit grote vuur niet langer zien, opdat ik niet sterve.’ Toen zeide de HERE tot mij: ‘Het is goed, wat zij gesproken hebben; een profeet zal Ik hun verwekken uit het midden van hun broederen, zoals gij zijt; Ik zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied. De man, die niet luistert naar de woorden welke hij in mijn naam spreken zal, van die zal Ik rekenschap vragen. Maar een profeet, die overmoedig genoeg is om in mijn naam een woord te spreken, dat Ik hem niet gebood te spreken, of die in de naam van andere goden spreekt – die profeet zal sterven. Wanneer gij nu bij uzelf mocht zeggen: ‘Hoe onderkennen wij het woord dat de HERE niet gesproken heeft?’ – als een profeet spreekt in de naam des HEREN en zijn woord wordt niet vervuld en komt niet uit, dan is dit een woord, dat de HERE niet gesproken heeft; in overmoed heeft de profeet het gesproken, gij zult voor hem niet vrezen.’”
Het laatste gedeelte van deze tekst verdient veel aandacht: want Mohammed zelf geeft sterk aan dat hij de profeet is waar hier naar verwezen wordt (Soera’s 2:129,159; 3:81,164; 7:157).
De islamitische interpretatie van de tekst in Deuteronomium is als volgt:
Zowel Mozes als Mohammed moesten vluchten uit de handen van hun vijanden; beiden vonden een metgezel in hun eigen schoonvader. Jethro moest zijn schoonzoon, Mozes, in het uur van zijn uitputting verlichten (Exodus 18:14-26); maar het was Mohammed, die zijn metgezel in de grot troostte.
Mozes zocht bescherming in Midian, dat later Yatrib -naar zijn schoonvader, Jethro- werd genoemd. Mohammed ging naar Yathrib, dat later, na zijn vlucht, Medina werd genoemd. De vlucht van Mozes bleek goed voor hem uit te werken vanwege de leiding van zijn schoonvader, waar Mohammeds vlucht zijn weg plaveide voor het bereiken van een reeks glorieuze overwinningen.
Aan Mozes werd een uitgebreide wet voor zijn volk gegeven; terwijl Mohammed een volmaakte, op zichzelf volledige, wet ontving voor alle volken en voor alle tijden.
De Here sprak tot Mozes en Aäron in het land Egypte, zeggend: “Deze maand zal u in het begin der maanden zijn; zij zal u de eerste der maanden van het jaar zijn." Overeenkomstig, werd met de moslims de maand en het jaar van de vlucht van Mohammed, de maand en jaar van het begin van het moslimtijdperk.
Mozes bevrijdde zijn volk uit het slavenhuis van Farao; Mohammed overwon zijn vijanden in man tot man gevechten en won hun kinderen voor zijn geloof.
De inspanningen van Mozes hadden moeilijkheden en bloed vergieten tot gevolg; terwijl die van Mohammed gericht waren op het bereiken van religieuze emancipatie.
De Wetten van Mozes waren agressief, omdat hij Kanaän wilde controleren, dat door zijn opvolgers gebeurde; Mohammed moest defensieve oorlogen voeren en niettemin onderwierp Arabië zich tenslotte aan hem. En zelfs Kanaän kwam onder de onderwerping van zijn opvolgers.
Mozes berechtte zijn volk; Mohammed was ook een verheven rechter voor zijn volk en zelfs de joden aanvaarden hem als zodanig.
Mozes predikte gedurende 10 jaar te Midian; zo deed Mohammed in Medina.
Mozes was de wetgever, generaal en gids van zijn volk; Mohammed was ook een overwinnende generaal, een volmaakte gids voor alle mensen en een verbreider van een universele wet, die nooit geabrogeerd zal worden.
Een grote vloed redde Mozes uit de handen van de Egyptenaren die hem op de hielen zaten; maar het was slechts een spinnenweb dat Mohammed van pas kwam in een netelige situatie.
Toen de metgezellen van Mozes de vijand zagen, riepen zij uit: “Zeker zullen we overwonnen worden!” – waarop Mozes antwoordde: “Geenszins, mijn Heer is met mij. Hij zal mij een uitweg laten zien.” Mohammeds antwoord in een meer precaire situatie in de grot van Hira was: “Maak je geen zorgen, zeker is Allah met ons.” (“The Light” van al-Haj Sultan Hafiz Abdul, herzien door Maulana Syed Zia-ud-Din Ahmad Gilani, pagina’s 214-216).
Wij bestrijden dat:
Het Midian van de bijbel is dichtbij de berg Sinaï en niet waar Yethreb of, zoals het vandaag bekend is, Medina gesitueerd is;
We slagen er niet in te begrijpen welke aspecten van Mohammeds oorlogsvoering defensief waren, misschien, in enkele gevallen. We weten niet wat de moslims verdedigden in Spanje of zelfs in Frankrijk, in India, Noord-Afrika, Syrië, Turkije en de Balkan. Bedoelde de schrijver werkelijk wat hij zei toen hij het woord ‘onderwerping’ gebruikte, wat betekent “onder een juk plaatsen”?
De joden hadden weinig keus dan Mohammed als rechter te aanvaarden.
Mozes preekte niet in Midian, want dit is niet een stad. Hij was daar schapen aan het wijden. Daarnaast deed hij dit gedurende 40 en niet tien jaar.
Als we als de “universele wet” de koran nemen. Is het onjuist om te zeggen dat er geen abrogaties in plaatsvonden. We verwijzen naar Soera 16:101 en 2:106 en de gehele theologie achter “mansoekh” en “nasikh” (Lees s.v.p. “Christians ask Muslims”, pp. 11-15)
Geen stormvloed redde Mozes uit de handen van de Egyptenaren. De joden gingen door een kolom in de zee, het water stond als een muur aan beide kanten. Nadat de joden er door gegaan waren, sloot de zee zich en vernietigend het volgende Egyptische leger. (Exodus 14, Soera 2:50)
In de loop van de geschiedenis hebben veel gelovigen overeenkomstig gehandeld in situaties van ellende.
We willen graag de nummers i, ii, v, vi en xi weerspreken, die geen overeenkomsten tonen, maar daarentegen contrasten.
Nummer iii wordt in de moslimwereld algemeen aanvaard. Maar als christenen dagen we moslims uit om de bewering te onderbouwen dat de koran superieur is aan de bijbel. We willen graag precies weten in welke opzichten hij beter is dan de bijbel, of er toevoegingen of uitbreidingen zijn die de koran verbeteren in vergelijking met de bijbel, en –tenslotte- welk superieur bewijs tot de waarheid er is en in welk opzicht Mohammed superieur ten opzichte van Jezus was.
Maar bovenal, de bijbelse tekst zelf verklaart duidelijk en opmerkelijk, dat de profeet van uit uw midden zou komen. Dit kan alleen betekenen dat de profeet een jood moest zijn.
Het argument dat moslims soms gebruiken, namelijk dat profeet “uit uw broederen” moest komen (dat wil zeggen de broer van Izaäk was Ismaël, dus moest hij van de Ismaëlieten komen) moet worden verworpen, omdat “uit uw midden” moeilijk kan verwijzen naar degenenen buiten het Verbond. Echter, omdat we druk zijn met een lijst van overeenkomsten tussen Mozes en de profeet, laten we een andere lijst bekijken:
Mozes en Christus werden in armoede geboren (De Israëlieten waren onderworpen aan een buitenlandse macht). (Exodus 1:9-14)
Op beide kinderen was de dood beraamd (Exodus 1:15-16,22, Matteüs 2:13 en verder).
Beiden werden door goddelijke interventie gered. (Exodus 2:2-10, Matteüs 2:13 en verder).
Beiden werden door tekenen en wonderen geopenbaard. (Exodus 7:10,19,20; hoofdstukken 8-12; 14:21-22; 17:6-7; Matteüs 8:14 en verder; Lucas 7:11; Matteüs 14:13, etc.).
Mozes werd bereid in de woestijn gedurende veertig jaar; Christus gedurende veertig dagen. (In bijbelse symboliek staat veertig voor voorbereiding). (Handelingen 7:23 met Exodus 7:7, Matteüs 4:1 en verder).
Beiden worden in de Schrift “getrouw” genoemd. (Hebreeën 3:2-5)
Mozes bevrijdde Israël van de gebondenheid aan hun onderdrukkers; Christus bevrijdde gelovigen van de gebondenheid aan zonde (waarvan Egypte door de bijbel heen het symbool is). (Exodus, Jesaja 53, Johannes 8:32-36, Romeinen 6:18-22, 8:2, Galaten 5:1).
Het water was onderworpen aan het gezag van beiden: (De Rode Zee aan Mozes; het Meer van Galilea aan Christus). (Exodus 14:21, 17:6, Matteüs 14:22 en verder, Johannes 6:16 en verder, Matteüs 8:18).
Mozes sprak tot God “van aangezicht tot aangezicht”, zo deed Christus op de berg van de Verheerlijking (Exodus 33:11, Matteüs 17:3).
Na deze ervaring straalde het gezicht van Mozes; en zo deed de gehele verschijning van Christus (Exodus 34:29, Matteüs 17:2).
Mozes was de middelaar van het oude verbond (testament); Christus van het nieuwe verbod, of testament. (Exodus 19 and 20, Hebreeën 12:24).
Beiden profeteerden van gebeurtenissen die vervuld werden. (Deuteronomium 18:15-22, 28:15-29:67, Matteüs 24).
De joden rebelleerden tegen beiden. (Exodus 5:21, 14:11-12, 17:2-4, Numeri 11:1-33, Lucas 4:16-30, Johannes 11:47-50, Matteüs 26:50-56, 27:15-23 etc.)
Beiden stierven vanwege zonde – Mozes voor zijn eigen zonde; Christus voor de zonde van de gehele wereld. (Numeri 20:12, Deuteronomium 34:4-5, 1 Corinthiërs 15:3, Johannes 1:29, 10:14-16, Jesaja 53, etc.).
We hebben reden om te geloven dat Mozes opstond (Judas 9, Lucas 9:30); Jezus Christus stond zonder twijfel op uit de dood volgens het evangelie. (Matteüs 28:14, Lucas 24:34, 1 Corinthiërs 15:4).
De belangrijkste en verwachte gebeurtenis van het leven van Mozes gebeurde na zijn dood: de inname van het Beloofde Land. En zo was het met Christus: Christus, het tegenbeeld van Mozes, verzekerde door zijn dood nieuw leven voor ons. (Romeinen 5:6-8, 8:34, 1 Corinthiërs 15:3,22, 2 Corinthiërs 5:15, 1 Thessalonicenzen 5:9-10, etc.).
Ter afsluiting, we mogen zeggen dat Mozes water uit een rots produceerde en in het nieuwe testament worden ons verteld dat “Die rots Christus was” en hij zei: “Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke!” (1 Corinthiërs 10:4, Johannes 7:37-38, 4:13-14)
Er zijn andere mindere “profetieën”, die hier beschouwd kunnen worden, maar we achten ze te onbelangrijk om mee te nemen. Echter, we moeten opmerken dat als een moslim zich baseert op de bijbel omdat het profetieën over Mohammed bevat en hij acht deze profetieën als een bewijs van de waarheid van zijn beweringen, dan door zo te doen bevestigt hij in feite dat de bijbel vrij van corruptie is, anders zou hij bouwen op zand. (J. Christensen).
--------------------------------------------------------------------------------
Bijbelcitaten zijn uit de NBG-vertaling © 1951 Nederlands Bijbelgenootschap.
Korancitaten zijn uit de Nederlandstalige interpretatie van de koran die op het web te vinden is.
Laatste aanpassing: november 2004
Met toestemming vertaald; de originele titel luidt :Alleged Prophecies In The Bible Pointing To Mohammed