Fjordman is terug boven water gekomen. Een verslagje via de site van E.J.Bron:
Fjordman: De heerschappij van het recht na 22-07-2011
.Ik weet, dat veel mensen mij niet mogen en daartoe hebben ze het volste recht. Maar het is belangrijk om er aan te herinneren, dat een geciviliseerd land volgens de regels van het recht moet functioneren, ongeacht persoonlijke voorkeuren of afkeren. Mijn onaangename ontmoeting met de Noorse politie werpt fundamentele vragen op m.b.t. de behandeling van getuigen in een grootscheeps politieonderzoek. U kunt, zelfs wanneer u me niet mag of het niet met mijn teksten eens bent, toch in deze dingen geïnteresseerd zijn.
Bovendien is het onzinnig om goed gedocumenteerde teksten voor de acties van een gestoord mens verantwoordelijk te maken. Stel, we nemen deze “psychologische verantwoordelijkheid” serieus, dan zouden we ook diegenen verantwoordelijk moeten maken, die de koran verbreiden – die heel nadrukkelijk tot geweld tegen niet-moslims aanmoedigt – en hen dus voor de talloze daden van de Jihadistische terreur over de hele wereld medeverantwoordelijk maken. Gebeurt dat?
In zijn terreurmanifest citeerde anders Behring Breivik talrijke en verschillende mensen uit de hele wereld, zonder hun medeweten of toestemming. Om door mensen geciteerd te worden die men nog nooit heeft ontmoet, is iets dat zich buiten de eigen controle afspeelt, maar omdat ik de enige Noor onder de geciteerden was, dacht ik, dat ik de zaak vroeger of later met de autoriteiten zou moeten bespreken.
Ik nam contact op met de Noorse veiligheidspolitie (PST) door eerst heel reëel aan te kloppen op de deur van het hoofdkantoor in Oslo. Maar ze wilden niet me praten en zeiden, dat ik hen maar een Email moest sturen. Ik neem aan, dat ook de veiligheidsdiensten koffiepauze hebben. Volgens de kranten kon men de indruk krijgen, dat de politie actief naar mij zou zoeken, maar noch de politie noch de pers hadden ook maar enig idee wie ik was – tot de 4e augustus, toen ik, begeleid door Knut Dilev-Simson van het advocatenkantoor Staff, aanklopte bij het politiebureau Manglerud. Voor zover het mezelf betrof, had ik ook Mickey Mouse kunnen zijn.
Ook al was ik er juridisch niet toe verplicht, beantwoordde ik de meeste van hun vragen. De enige manier van een indirect contact met Breivik die ik destijds had, bestaat erin, dat wij allebei commentaren op de website Document no. postten. Het is waar, dat hij in 2009 heeft geprobeerd contact met me op te nemen en me een handvol E-mails stuurde. Net zoals alles wat hij anderen vertelde over zijn bloedige daad, waren ze noch spectaculair noch sensationeel en bevatten geen aanwijzingen op toekomstige terreuracties. Bovendien had ik absoluut geen interesse om hem te ontmoeten. Afgezien daarvan weet ik niets over Breivik. Absoluut niets.
Na enige aarzeling gaf ik de politie vrijwillig toegang tot mijn telefoongegevens, wat als een vriendelijke geste moet worden beschouwd van een persoon, die niets ten laste wordt gelegd en die van zichzelf weet, dat hij niet verstrikt is in criminele handelingen. Praktisch de enige wens van de politie, waaraan ik niet toegaf, was om mijn computer over te dragen. Dat beschouwde ik als een te serieuze inbreuk op mijn privésfeer. Daarop werd ik door enkele politiemensen begeleid en ertoe gedwongen de pc over te dragen.
Het was Bard Dyrdal, de leider van het programma van getuigenverhoren na de terreuraanvallen van 22 juli, die, gesteund door de officieren van justitie van de politie Christian Hatlo en Pal-Frederik Hjort Kraby, het inzetten van dwang tegen mij openbaar maakte. “Hij had de status van een getuige en we kregen van hem een lange en toereikende verklaring wat betreft alle vragen die we hadden”, zei Kraby tegen de Noorse televisiezender NRK.
Toen Dyrdal aankondigde, dat ik onmiddellijk door zes politieagenten naar mijn woning begeleid zou worden om mijn boeken, films, foto´s, keukengerei, vuile was urenlang te doorzoeken, zei hij tegen me, dat er veel druk op deze zaak zou liggen, wat vermoedelijk betekende, dat de politie haar werk in de Breivik-zaak door massamedia liet dicteren. Voor datgene wat zij met mij deden, bestaat geen professionele reden.
Ze namen ook een koffer met kleren en sokken in beslag, die geen elektronische voorwerpen bevatte. In tijden, waarin veel te veel verkrachtingen en andere zware misdaden in delen van ons land onopgehelderd blijven, moet men zich afvragen of het een juiste beslissing van de politie is om meerdere maanden tijd te verspillen met het doorzoeken van de sokken van iemand, die geen criminele achtergrond heeft.
Er staat absoluut niets op mijn pc, dat mij met de terreuraanslag in verbinding brengt. Het enige, dat voor de politie interessant zou kunnen zijn, en eerder voor de veiligheidspolitie PST dan voor de reguliere politie, zijn de contacten die ik met verschillende personen in veel landen onderhoud en die de islam niet mogen. Dat betekent, dat de Noorse politie alle gebruikelijke juridische handelingen misachtte om een pc in beslag te nemen, die voor niets anders gebruikt kan worden dan voor het uitvoeren van een illegaal onderzoek.
De politie rechtvaardigde haar optreden tegen mij, dat zij in mijn woning bewijsmiddelen m.b.t. de terreuraanslag van Breivik zou vermoeden en dat er een gevaar zou hebben kunnen bestaan dat deze verloren gingen of vernietigd werden. Dat is belachelijk. Ik heb zelf contact opgenomen met de politie en urenlang hun vragen beantwoord, juist omdat ik niets te verbergen heb. En bovendien waren er op dat moment al twee weken voorbijgegaan sinds de terreuraanslag, genoeg tijd om me te ontdoen van alle bewijsmiddelen, als ze ooit al bestaan zouden hebben, wat niet het geval is.
Ik heb nog nooit van een westerse democratie gehoord, dat bij een vrijwillige getuige, die zelf contact opnam met de autoriteiten, die door de politie als coöperatief werd omschreven, niet is voorbestraft, de dader niet kende en bovendien überhaupt niet in de buurt van de plaats van het delict was toen de misdaad plaatsvond, diens woning overhoop werd gehaald en zijn computer in beslag werd genomen.
Toen ik Lars Hedegaard van de International Free Press Society vertelde welke behandeling men mij als getuige gaf, zei hij, dat dit zou herinneren aan de situatie in totalitaire staten, zoals uit die staten, die ons bekend zijn uit de 20e eeuw. “Als iemand me dit enkele jaren geleden verteld zou hebben, dat de vrije en trotse Noren, die door de Denen tijdens de bezetting werden bewonderd, het zover zouden laten komen, zou ik hem voor gek hebben verklaard.” Harde woorden van een buurman en een beschadiging van het internationale aanzien van Noorwegen.
Als er niet over mijn zaak wordt gediscussieerd, ben ik bang, dat deze een gevaarlijk precedentgeval zou kunnen worden. In het ergste geval kan het betekenen, dat de politie vanaf nu de woningen van burgers, die zij niet mag, vooral wanneer ze iets politiek incorrects zeggen, overhoop mag halen en hun computer, camera en kleding in beslag kan nemen, zonder ze van enig criminele handeling te hebben beschuldigd. Als dat gebeurt, is de politie geen misdaadbestrijder, maar een gedachtepolitie. Willen wij zo´n samenleving?
Bron:
http://europenews.dk/de/node/48783" onclick="window.open(this.href);return false;
Auteur: Fjordman
Bron oorspronkelijke artikel:
http://www.aftenposten.no/meninger/deba ... 77515.html" onclick="window.open(this.href);return false;
Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron (
http://www.ejbron.wordpress.com" onclick="window.open(this.href);return false;)