Als het zo zou zijn dat de mens een vrije wil heeft, weet hij alles al,
en gaat er niks meer mis met hem.
Een moeder is boos en schreeuwt tegen haar kind:
"Ik wil dat je NU luistert." Het kind stamt met de voeten op de grond en reageert hysterisch:
"Ik wil dat niet." Het kind krijgt een pak slaag. Vervolgens begint het kind te krijsen. Moeder krijgt stress. Later heeft zij spijt en bekent:
"Ik wilde dat niet."
WIL. Het menselijk vermogen bewust te streven of over te gaan tot het verrichten van een handeling waarvan het resultaat gewenst wordt, dan wel naar het doen intreden of bestendigen van een toestand.
Bron: van Dale, groot woordenboek der Nederlandse taal.
Ik zou het als volgt formulieren.
WIL - het onvermogen alle dingen naar je hand te kunnen zetten.
In de uitleg van van Dale wordt de
WIL, liefst vier keer als een onwillig vermogen van de mens gekenmerkt. Ik heb de betreffende woorden onderstreept. De uitleg geeft duidelijk aan dat de
wil niets anders is dan een verlangen naar volmaaktheid. De ene mens oefent macht uit over de andere mens (staat ook in de Bijbel vermeld), waarmee de onmacht van de mens verklaard is.
O ja, dan is er ook nog zoiets als een vrije wil. Vrij? Als de definitie van
WIL reeds het onvermogen van de mens benadrukt, wil de toevoeging 'vrije' dan al het andere gebrekkige vrij pleiten? Wie gelooft in de
vrije wil, zou ook eens in
Marsmannetjes moeten geloven.
Voor het fraaiste voorbeeld van de
niet-vrije wil van de mens, kunnen we terecht in de Bijbel. Daarin wordt zonder meer aangetoond dat de mens afhankelijk is van een ander: God. De mens
wilde gelijk zijn aan God. Mocht niet. Bleek een misdaad te zijn. Hij kreeg het daarna onmiddellijk zwaar te verduren. Ik snap niet dat gelovigen, met uitgebreide kennis van de Bijbel, zo ontzettend oliedom kunnen zijn om aan de overtuiging van een
vrije wil vastgeplakt te willen blijven zitten.
Dat komt waarschijnlijk omdat zij geen vrije wil hebben.