Studie economische impact immigratie: tweede generatie migranten draagt bovengemiddeld bij aan overheidsfinanciën
De instroom van immigratie heeft in vijf jaar een positief effect gehad op het bruto binnenlands product (bbp) van minstens 3,5 procent. Verder ligt de nettobijdrage van immigranten van de tweede generatie aan de overheidsfinanciën per persoon hoger dan het gemiddelde voor de gehele Belgische bevolking, en zelfs hoger dan die van autochtonen. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de Nationale Bank (NBB) naar de economische impact van immigratie.
De NBB ging de economische impact van immigratie in België na, op vraag van toenmalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) in april 2018. Doel was het debat hierover te objectiveren. Een wetenschappelijk comité, met onder anderen arbeidseconoom Stijn Baert (UGent), ondersteunde de NBB hierbij. Het is voor het eerst dat in een België een dergelijke studie werd uitgevoerd, zegt de NBB, maar ze benadrukt dat bij het migratiedebat naast de ecomische focus ook andere overwegingen spelen, zoals het recht op bescherming van vluchtelingen.
Op basis van een theoretisch model, afgestemd op België, berekende de NBB dat het bbp met 3,5 procent steeg in 5 jaar. Ze vergeleek daarvoor twee scenario’s: een waarbij er in de vijf jaar voor 2017 geen immigratie zou geweest zijn, en een ander, waarin die immigranten wel worden meegerekend. Die recente migratie bestaat vooral uit jongere immigranten op arbeidsleeftijd, die vaker hoger opgeleid zijn dan de al gevestigde immigranten, en zelfs iets meer dan autochtonen.
Ondanks een kleine groei van de werkloosheidsgraad, met 0,2 procent, is het gebundelde effect van de vergelijking dus positief voor zowel EU als niet-EU-immigranten, met een groei van respectievelijk 2 en 1,5 procent van het bbp, zegt de NBB. Die groei moet wel verdeeld worden door een hoger aantal inwoners, een logisch gevolg van immigratie. Maar zelfs dan blijft nog een toename van 0,7 procent van het bbp per inwoner over, klinkt het. Mogelijk ligt het effect zelfs hoger door bijvoorbeeld productiviteitswinsten, die niet in rekening werden gebracht.
De NBB stelde geen schadelijke gevolgen vast van de immigratie voor het loon, de werkloosheid of de welvaart van de autochtone bevolking. Wel merkte de NBB op dat vlak vaker een invloed op de al gevestigde immigranten, omdat zij meer ‘substitueerbaar’ zijn.
Nettobijdragen
Daarnaast ligt de nettobijdrage van immigranten van de tweede generatie aan de overheidsfinanciën per persoon hoger dan het gemiddelde van de gehele Belgische bevolking, en zelfs hoger dan die van autochtonen. De verklaring hiervoor is de jongere leeftijdsstructuur van de tweede generatie. Bij de eerste generatie ligt die bijdrage dan weer lager dan gemiddeld.
De NBB baseerde zich voor het rapport op cijfers van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid tot 2016. Dat is het meest recente jaar waarvoor gegevens beschikbaar waren. De NBB woog voor het rapport de ontvangen transfers af, in de vorm van onder meer pensioenen of uitkeringen, tegen de betaalde belastingen en sociale bijdragen. Zo berekende ze de nettotransfers.
Om de verschillen in bijdragen te verklaren, verwijst de NBB naar verschillen in werkgelegenheidsgraad en ook lagere lonen. Daardoor betaalt de eerste generatie relatief gezien minder belastingen en socialezekerheidsbijdragen. Maar ook de leeftijdsstructuur speelt mee, omdat de uitgaven toenemen met de leeftijd, via pensioenen bijvoorbeeld. Om die reden draagt de tweede generatie net meer bij dan gemiddeld, zelfs meer dan autochtonen. De leeftijdsstructuur van de tweede generatie is jonger. “Het is belangrijk nu om die bijdrage positief te houden en zelfs te verhogen, door de werkgelegenheidsgraad te verhogen”, zei gouverneur Pierre Wunsch hierover op een persbriefing.
Lage score voor integratie van immigranten
Het rapport wijst er daarbij nogmaals op dat ons land binnen de EU een van de laagste scores telt voor de integratie van immigranten op de arbeidsmarkt. Hoewel de tweede generatie het daarbij beter doet dan de eerste, kunnen persoonlijke kenmerken als leeftijd of scholingsniveau alleen die verschillen niet verklaren, zeker niet voor niet-EU-immigranten.
De NBB stelde vast dat er ook andere factoren spelen bij de integratie op de arbeidsmarkt, zoals het migratiekanaal. Van wie migreert op grond van gezinshereniging of internationale bescherming is het 30 procentpunten minder waarschijnlijk dat hij of zij aan het werk is dan arbeidsmigranten. Ook het al dan niet verkrijgen van de nationaliteit, de erkenning van diploma’s en vaardigheden, het beheersen van de taal, en discriminatie spelen een rol.
Een verklaring van de slechte prestatie van België is het scholingsniveau, waarbij België een hoger aandeel laagopgeleide immigranten telt dan het Europese gemiddelde, blijkt tot slot uit een macroanalyse. Andere verklaringen zijn volgens de NBB de rigiditeiten van de Belgische arbeidsmarkt, en te weinig beleidsmaatregelen die specifiek bedoeld zijn om immigranten te helpen bij het vinden van een baan.
Lange wachttijd
Bij de voorstelling van het rapport op een persbriefing kreeg gouverneur Pierre Wunsch de vraag waarom het ruim twee jaar heeft geduurd vooraleer het rapport klaar was. Wunsch zei dat het al meer dan een jaar heeft geduurd vooraleer de gegevens verzameld waren, dat de NBB niet gespecialiseerd is in de materie en daar dus moest in investeren, en dat het vervolgens gewoon tijd kostte om het rapport uit te werken.
“Maar voor zij die zich afvragen waarom het tot na de verkiezingen duurde, kan ik antwoorden dat het niet de gewoonte is van de Nationale Bank om informatie achter te houden”, zei Wunsch. De gouverneur voegde eraan toe dat hij de studie ook pas na de verkiezingen voor het eerst in handen kreeg.
Theo Francken: “De niet-Europese migratie kost handenvol belastinggeld”
De studie naar de economische impact van migratie bevestigt wat veel mensen al decennia intuïtief aanvoelen. Dat zegt Kamerlid Theo Francken (N-VA) in een reactie. “De niet-Europese migratie kost handenvol belastinggeld, zeker bij de eerste generatie, maar ook bij de tweede”, zegt hij. Francken wijst er in een reactie op dat ook die tweede generatie ouder zal worden en dus duurder voor de overheid, door onder meer stijgende gezondheidszorg en pensioenen. Hij vindt dat de economische impact over een volledig leven zou moeten worden bekeken.
“Een groot manco in de studie is dat de kostprijs van illegaliteit niet wordt berekend”, vindt Francken. “Het gaat om een miljardenfactuur. Idem dito voor de extra investeringen in veiligheid en justitie.”
De positieve invloed van migratie op het bbp moet volgens hem macro-economisch worden geïnterpreteerd. Ook in Duitsland steeg het bbp tijdens de asielcrisis als gevolg van de uitgaven voor onder meer asielopvang en -begeleiding. “Maar we zagen wel een daling van het bbp per capita en dus een individuele verarming van de Duitser.” Francken pleit nogmaals voor een strengere migratiewetgeving en een hogere werkzaamheidsgraad en betere opleiding voor de migranten die hier al zijn.
Sammy Mahdi: “Integratie van migranten versterken”
Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi wil de integratie van migranten versterken, discriminatie bestrijden en zorgen dat het onderwijs voldoende gelijk maakt.
“Zoals blijkt uit verschillende eerdere studies zijn mensen met een migratieachtergrond op onze arbeidsmarkt slechter af dan in bijna eender welk ander EU-land”, stelt Mahdi vast. “De Nationale Bank bevestigt deze analyse en beveelt aan beleidsmaatregelen te nemen over verschillende departementen en beleidsniveaus heen.”
De staatssecretaris noemt het een goede zaak dat Vlaanderen al langer inzet op verplichte integratie en dat Brussel en Wallonië recent hebben beslist om dat ook te doen. “Wie Frans of Nederlands kan, heeft 19 procent meer kans op een job. Alleen zo maken we van migratie een geslaagd verhaal”, zegt hij.
De CD&V’er wijst er voorts op dat bepaalde migrantengroepen jaarlijks minder bijdragen dan het gemiddelde, maar wel degelijk bijdragen. “Dat ze minder bijdragen, betekent niet noodzakelijk dat deze groepen een kost voor de samenleving vormen, maar toont wel aan dat er nog heel wat marge voor verbetering is.”
Mahdi roept tot slot op om mensen niet enkel te bekijken als producten van het BBP.